Uit het dossier en de inhoudelijke behandeling komt naar voren dat de man de vrouw langere tijd geestelijk en fysiek mishandelde. Meerdere getuigen zagen mishandelingen of letsel bij de vrouw. Hij heeft haar gekleineerd, uitgescholden, gecommandeerd en op grove wijze bejegend. Ook ging het volgens getuigen de laatste tijd steeds slechter. Ze fungeerde in het gezin met hun 3 kinderen als moeder, partner, vader, kostwinner, koerier en in vele andere functies. De rechtbank concludeert dat de ernstige mishandelingen onmiskenbaar bij de vrouw hun tol hebben geëist. De rechtbank komt kort gezegd tot het oordeel dat ze echter geen beroep kan doen op psychische overmacht. Daarbij weegt mee dat de vrouw wel vertelde over de mishandelingen, maar zelf niet aangaf dat zij daardoor tot haar daad kwam. Volgens de rechtbank heeft ze juist verklaard dat ze in acute nood was en toen sloeg, maar voor dat scenario ziet de rechtbank dus geen bewijs.