Volgens de verdediging moet de verdachte van beide verwijten worden vrijgesproken, omdat hij hier niets mee te maken zou hebben. De rechtbank oordeelt anders. Op de spijkerbroek van de verdachte werd een bloedspat met DNA materiaal van de hardloper aangetroffen. Ook voor de andere zaak is er voldoende bewijs. Naast dat de verdachte binnen het signalement past, is er sprake van een vergelijkbaar patroon (de modus operandi). Beide voorvallen vonden namelijk plaats op een rustige weg waar op dat moment weinig of geen anderen aanwezig waren. De slachtoffers hadden geen relatie tot de dader en waren vrouwen die alleen op weg aan het hardlopen of aan het wandelen waren. In beide gevallen hing de verdachte van te voren fietsend rond in de omgeving. Vervolgens kwam hij rustig aanfietsen, legde hij zijn fiets neer, benaderde de vrouwen te voet van achter en stak hen neer. Daarna liep hij terug naar zijn fiets en ging er snel vandoor.
Verder is in de schuur van de verdachte een fiets aangetroffen die specifieke overeenkomsten bevat met de fiets die op camerabeelden te zien is. Ook merkt een geraadpleegde bewegingswetenschapper op dat de dader zijn stuur op een zeer kenmerkende wijze vasthoudt. De verdachte verklaarde tijdens de behandeling van zijn strafzaak dat hij zichzelf het stuur op deze wijze ziet vasthouden op de beelden van één incident. Al met al kan het volgens de rechtbank niet anders dan dat de verdachte degene is die de vrouwen heeft neergestoken.