De verdachte reed in september vorig jaar ter hoogte van ’s-Hertogenbosch over de A2 en wilde daar naar eigen zeggen een auto inhalen. Hij week hiervoor uit naar de linker rijbaan, maar zag een achteropkomende auto op die rijstrook over het hoofd. Daarom week hij direct weer uit naar rechts en kwam daar in botsing met een andere auto, die slipte en op z’n kop in de middenberm belandde. De bestuurder van die auto liep een aantal breuken in zijn borstwervels op.

Volgens de officier van justitie was er sprake van schuld in de zin van de Wegenverkeerswet, omdat de verdachte meerdere verkeersfouten zou hebben gemaakt en aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend reed. De rechtbank oordeelt dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat er sprake was van meerdere verkeersfouten. Zo kan niet worden vastgesteld hoe lang de verdachte op de linker rijbaan reed en hoe groot de afstand was tussen zijn auto en het van achter naderende voertuig. Bovendien is niet komen vast te staan dat de verdachte bij het terugkeren naar de rechter rijbaan onoplettend of onvoorzichtig heeft gehandeld. Dat hij terugging naar rechts en daarbij een auto raakte, komt doordat hij de auto die van achteren kwam niet op tijd zag en daardoor weer onmiddellijk moest uitwijken naar rechts.
De rechtbank stelt verder vast dat de verdachte vóór het ongeval enkele glazen alcohol had gedronken. Mede gelet op de geringe hoogte van het alcoholpromillage kan echter niet worden vastgesteld dat de man de verkeersfout maakte vanwege dit alcoholgebruik.
De rechtbank oordeelt daarom dat de verdachte door een verkeersfout een ongeval met ernstig letsel heeft veroorzaakt. De verdachte heeft, zonder bijzonder voorzichtig te zijn, een inhaalmanoeuvre uitgevoerd, waardoor er een botsing ontstond. De omstandigheden waaronder en de wijze waarop de verdachte deze verkeersfout beging, brengen echter mee dat het hem te maken schuldverwijt onvoldoende zwaar is om te spreken van schuld in de zin van de Wegenverkeerswet.

De rechtbank rekent het de man aan dat hij als beginnend bestuurder onder invloed van alcohol reed. Ook veroorzaakte hij gevaar op de weg door onvoldoende oplettend te zijn. Het ongeval had een grote impact op het slachtoffer, maar ook op de verdachte. De rechtbank weegt in zijn voordeel mee dat hij contact zocht met het slachtoffer en hem zijn medeleven betuigde, excuses aanbood en oprecht berouw toonde. De rechtbank legt de rijontzegging geheel voorwaardelijk op, omdat de man zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk. Voor het rijden onder invloed krijgt hij een boete van 300 euro en voor het veroorzaken van het ongeval een boete van 500 euro.