De man werkte sinds mei 2005 als beveiliger in het museum en werd sinds juli 2011 ingezet voor zogenaamde consignatiediensten, waarbij hij binnen 30 minuten na een oproep in het museum moest zijn. Tijdens één van die diensten in augustus 2015 ging ’s avonds een dubbel alarm af. De man was op dat moment onderweg was naar zijn vriendin in Meppel. Hij belde met een surveillant die in het museum was en gaf hem instructies. Aan de hand van de bevindingen van de surveillant, besloot de beveiliger om de politie te laten afbellen. Hij reed vervolgens door naar zijn vriendin.
De gemeente besloot daarop de man in september te ontslaan. De man maakte hiertegen bezwaar en vroeg de rechter in de tussentijd een voorlopige voorziening te treffen om zijn baan te behouden. De rechter wees dit verzoek in november af. In februari van dit jaar verklaarde de gemeente het bezwaar van de beveiliger ongegrond. Hierop stapte de man opnieuw naar de rechter.
De beveiliger erkent dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig plichtsverzuim door niet adequaat te reageren op het alarm. Hij vindt de straf van ontslag echter te zwaar. De man stelt dat hij ervan uit mocht gaan dat een collega stand-by zou zijn, omdat zij dit onderling hadden afgesproken.