In juni van dit jaar trof de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) in het pand een hennepkwekerij aan. In twee kweekruimtes stonden in totaal 1.434 hennepplanten. De burgemeester van de gemeente ’s-Hertogenbosch besloot daarop dat het pand 1 jaar gesloten moest worden. De eigenaar van het bedrijfspand maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de rechter een voorlopige voorziening te treffen.
De eigenaar toonde tijdens de zitting aan dat zijn pand uit drie verschillende adressen bestaat. Hij betwistte niet dat de burgemeester de ruimte waar de hennepkwekerij is aangetroffen mag sluiten. Die ruimte werd door hem verhuurd. De eigenaar wilde echter voorkomen dat ook de andere twee bedrijfsruimten worden gesloten. Volgens de burgemeester is het nodig ook deze ruimten te sluiten, omdat - kort gezegd - de huurder van de ruimte waar de hennepkwekerij werd aangetroffen zich vrij door het hele pand kon bewegen.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de ruimte waarin de hennepkwekerij is aangetroffen, een afzonderlijk afsluitbaar gedeelte van het pand is. Deze ruimte heeft bovendien een eigen stroomvoorziening. De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester niet aannemelijk heeft gemaakt dat in de twee andere delen van het pand drugs zijn verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig zijn geweest. De rechter wijst het verzoek voor het treffen van een voorlopige voorziening toe. De ruimten waarin geen drugs zijn aangetroffen mogen niet worden gesloten tot 6 weken nadat de burgemeester op het bezwaar heeft beslist.