Laden...

Cel- en taakstraf voor zware mishandeling met honkbalknuppel

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Cel- en taakstraf voor zware mishandeling met honkbalknuppel
's-Hertogenbosch, 04 mei 2017

De rechtbank Oost-Brabant heeft een 38-jarige man uit Helmond veroordeeld voor zware mishandeling. De rechtbank legt hem een gevangenisstraf op van 120 dagen, waarvan 119 dagen voorwaardelijk, en de maximale taakstraf van 240 uur.

De man sloeg vorig jaar september een ander met een honkbalknuppel tegen het hoofd. Het slachtoffer liep daarbij gehoorschade op. Volgens de rechtbank is er sprake van zwaar lichamelijk letsel, omdat het slachtoffer blijvende gehoorschade heeft opgelopen.

Geen noodweer

Volgens de verdachte wilde hij 2 zussen beschermen die door het slachtoffer werden aangevallen. Het slachtoffer zou scheldend en met gebalde vuisten op hem af zijn gelopen. Hij keek hierbij erg boos en de verdachte zag naar eigen zeggen het vuur in de ogen van het slachtoffer. Dit alles beangstigde hem, omdat het slachtoffer groter en sterker is dan hijzelf en hij bovendien een lichamelijke beperking aan zijn arm heeft als gevolg van een eerder verkeersongeval.

Volgens de rechtbank zijn er geen verklaringen in het dossier die het verhaal van de verdachte ondersteunen. Niet alleen het slachtoffer en een getuige, maar ook de schoonzus van de verdachte - voor wie hij in de bres sprong - heeft verklaard dat de verdachte degene is geweest die het slachtoffer aanviel. Nergens is uit af te leiden dat hier een aanval (of de dreiging van een aanval) door het slachtoffer aan vooraf is gegaan. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake was van een noodweersituatie of van noodweerexces.

Oorsuizen

Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de verdachte er niet voor terugschrikt om geweld tegen een ander te gebruiken. Dit moet een grote indruk hebben gemaakt op het slachtoffer. Bovendien hield het slachtoffer de zeer hinderlijke aandoening tinnitus (oorsuizen) over aan het voorval. Door blijvende gehoorschade is het slachtoffer aangewezen op een hoorapparaat. De rechtbank rekent dit de verdachte aan. Anderzijds houdt de rechtbank er onder meer rekening mee dat de kans op herhaling volgens de reclassering laag is, de verdachte een baan heeft en hij de zorg draagt voor zijn 4 kinderen.

Uitspraak