Laden...

Celstraf voor neersteken ex-vriend in Oss

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Celstraf voor neersteken ex-vriend in Oss
's-Hertogenbosch, 13 oktober 2017

Voor het neersteken van haar ex-vriend krijgt een 56-jarige vrouw uit Oss een celstraf van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Dit besliste de rechtbank Oost-Brabant vandaag.

De vrouw stak haar ex-vriend in de nacht van 24 juli vorig jaar met een mes in de arm en oksel. Dit gebeurde op de drempel van de woning van het slachtoffer in Oss. De man belde daarna bloedend aan bij een woning verderop en zakte vervolgens in elkaar. Politieagenten die ter plekke kwamen, verklaarden dat de vrouw voorovergebogen over haar ex-vriend hing. Zelf zat zij ook onder het bloed.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag door het slachtoffer met een mes in het bovenlichaam te steken. Zij heeft zich daarna niet om het slachtoffer bekommerd, terwijl hij duidelijk bang was en zich terecht zorgen maakte om zijn gezondheid en veiligheid. De verdachte is de afgelopen jaren vele malen tot celstraffen veroordeeld voor geweldsdelicten. Toch is zij wederom de fout ingegaan. Waarschijnlijk deed ze dit onder invloed van alcohol, terwijl zij de negatieve werking daarvan had moeten kennen. Deze omstandigheden zijn strafverzwarend.

Geen tbs

De officier van justitie eiste oplegging van terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging. De rechtbank heeft hier van afgezien, omdat onvoldoende vaststaat dat de verdachte tijdens het delict leed aan een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Dit komt mede omdat de vrouw haar medewerking heeft geweigerd aan het onderzoek van de psycholoog en de psychiater. Volgens de deskundigen van het Pieter Baan Centrum (PBC) is wel duidelijk dat er aanwijzingen zijn dat de verdachte problemen heeft met het cognitief functioneren, frustratietolerantie, impulscontrole, agressieregulatie en het gebruik van middelen. Zonder nader onderzoek kan echter geen diagnose gesteld worden.
De rechtbank betreurt het niet meewerken aan deze noodzakelijke onderzoeken. Dat geeft voor de samenleving een aanzienlijk risico dat de verdachte zich onttrekt aan een wellicht noodzakelijke behandeling. Daarom legt de rechtbank in dit geval een aanvullende celstraf op.

Uitspraak