De 3 hoofdverdachten waren getipt dat er een groot contant geldbedrag in de woning van een vrouw lag. Ze probeerden dit geld op 25 februari jl. weg te halen. Het slachtoffer werd door de verdachten naar een afgelegen parkeergarage in Best gelokt. Daar werd ze overmeesterd door de 26-jarige en 33-jarige man. Ze tapeten haar vast en terwijl ze op de grond lag hebben de 2 verdachten haar geschopt en getrapt. De 25-jarige verdachte bleef in de auto zitten. Nadat de verdachten de huissleutel van de vrouw hadden bemachtigd, reed de 25-jarige verdachte met de 26-jarige verdachte naar haar woning. De 33-jarige bleef bij de vrouw in de parkeergarage en trapte en schopte het slachtoffer nog meerdere keren tegen haar hoofd. De andere mannen haalden uiteindelijk niets weg uit de woning van de vrouw, omdat er nog iemand daar in huis aanwezig was. Toen zij hierover de 33-jarige man inlichtten, liet hij de vrouw vastgetaped en liggend op de vloer van de parkeergarage achter.

De 26-jarige vrouw was de medeverdachten vóór de bewuste dag behulpzaam door informatie te verzamelen over het slachtoffer. Ze wist dat haar hulp door de anderen zou worden gebruikt om het slachtoffer te overvallen en geld uit haar woning te halen.
De rechtbank spreekt een 26-jarige man uit Eindhoven vrij van betrokkenheid, omdat hij al in een eerder stadium buiten de plannen was gelaten. Om die reden kan volgens de rechtbank niet worden bewezen dat de man medeplichtig was.

Het gewelddadig karakter van de strafbare feiten laat zien dat de verdachten er niet voor terugschrikken grof geweld te gebruiken. Zij bekommerden zich kennelijk niet om de mogelijke gevolgen van hun handelen voor het slachtoffer. Bovendien toonden zij een volslagen disrespect voor andermans eigendommen. Bij het bepalen van de straf neemt de rechtbank een celstraf van 5 jaar als uitgangspunt voor zulke strafbare feiten. De straffen voor de 26-jarige en 33-jarige man vallen hoger uit. Voor de 26-jarige vanwege een eerdere veroordeling voor een woningoverval met geweld, en voor de 33-jarige vanwege het door hem toegepaste geweld op het slachtoffer nadat de anderen al waren vertrokken. Voor alle verdachten weegt de rechtbank ten nadele mee de zorgvuldige planning en systematische voorbereiding, dat ze het slachtoffer naar een afgelegen en verlaten plek lokten, de ernstige vormen van geweld en dat ze de vrouw hulpeloos achterlieten in de koude en donkere parkeergarage. Bij de straf voor de 25-jarige verdachte speelt mee dat hij niet actief betrokken was bij het geweld. Dit geldt ook voor de 26-jarige vrouw die een relatief kleinere rol vervulde. Wel acht de rechtbank een celstraf voor alle verdachten op zijn plaats.

De rechtbank beseft dat bij het slachtoffer - en wegens de berichtgeving over deze zaak door de media wellicht ook in de samenleving - het beeld of de overtuiging is ontstaan dat zij door de verdachten als slachtoffer is uitgekozen omdat zij transgender is en dat zij juist daarom excessief geweld hebben gebruikt. Tot op zekere hoogte kan de rechtbank zich deze gedachten voorstellen. Er zijn echter geen objectieve aanknopingspunten die dat vermoeden kunnen bevestigen. De rechtbank kan niet oordelen op basis van louter vermoedens en kan dit daarom niet als een strafverzwarende bepaling laten meewegen.

De rechtbank veroordeelt de verdachten naast de celstraffen ook tot het betalen van een schadevergoeding van in totaal ruim 5.900 euro.

De link naar de uitspraak werkt zo snel mogelijk.