De 65-jarige man was nauw betrokken bij de ontwikkeling van beleggingsproducten die volgens mede-ontwikkelaars en financieel adviseurs niet gereed en niet geschikt waren om op de markt te brengen. Hij bood deze producten toch aan via de 48-jarige vrouw, een financieel adviseur, en wist in totaal 26 cliënten over te halen geld in te leggen. Dit waren met name mensen die in een echtscheiding lagen of zojuist hun baan hadden verloren. De inleggers werd voorgehouden dat er op het product zo’n hoog rendement zat dat ze daarmee hun ex-partner konden uitkopen en in hun huis zouden kunnen blijven wonen. Of ze kregen te horen dat ze vervroegd met pensioen konden, hun inkomen konden aanvullen en dus geen nieuwe baan hoefden te zoeken. Deze mensen legden aanzienlijke bedragen in, van enkele tienduizenden tot meer dan 100.000 euro. In totaal legden ze ruim 1,3 miljoen euro in. Het overgrote deel van dit bedrag besteedden de verdachten aan andere doeleinden voor eigen financieel gewin.
Volgens de officier van justitie hielp de vrouw uit ’s-Hertogenbosch met het witwassen van een aanzienlijk deel van het ingelegde geldbedrag door het geld te accepteren voor haar noodlijdende sportschool. De rechtbank oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat zij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het geld, dat de 65-jarige man aan haar doorsluisde, afkomstig was uit een misdrijf. Daarom wordt zij vrijgesproken. Ook voor betrokkenheid van de Eindhovenaar is volgens de rechtbank onvoldoende bewijs, zoals de officier van justitie al had geconcludeerd.