De man was zich ervan bewust dat het verboden was om een vuurwapen in bezit te hebben. Hij had immers eerder een vuurwapen moeten inleveren nadat hij zijn wapenvergunning was kwijtgeraakt na een veroordeling voor een geweldsdelict.
Naast het geladen vuurwapen had de man ook 38 patronen, een stroomstootwapen en een traangasbusje in bezit. Voor alles samen, zou de rechtbank uitkomen op een celstraf van vier tot vijf maanden. Maar er zijn ook strafmatigende omstandigheden. De rechtbank heeft nadrukkelijk oog voor de ingrijpende gevolgen die de overval en de afloop daarvan (ook) voor de man en zijn gezin hebben gehad. Daarom houdt de rechtbank in de strafoplegging rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De raadsman van de verdachte vroeg de rechtbank de man schuldig te verklaren zonder een straf op te leggen. De rechtbank vindt de feiten daarvoor echter te ernstig. Bovendien zou het afzien van een straf een verkeerd signaal afgeven naar de samenleving. De rechtbank vindt een taakstraf en een voorwaardelijke celstraf passend. De voorwaardelijke straf is om de man ervan te weerhouden zich opnieuw voor zijn verdediging te bewapenen.