De rechtbank gaat in één geval mee met het verweer van de verdachte. Er is onvoldoende bewijs dat hij bij een woninginbraak in Woudrichem betrokken was en daarvoor wordt de verdachte dan ook vrijgesproken. Voor de overige delicten ziet de rechtbank wel voldoende bewijs. Zo kan de man door een vaste werkwijze worden gekoppeld aan inbraken in ’s-Hertogenbosch, Nuenen, Budel, Nijkerk, Pannerden en Sleeuwijk en pogingen in Bemmel en Budel. De verdachte reed in die gevallen samen met een ander overdag naar een (semi-)vrijstaande woning. Meestal was hij samen met zijn broer, die in november 2019 werd veroordeeld voor een aantal van deze woninginbraken. Deze broer belde aan bij de woning om te kijken of de bewoners thuiswaren. Als dit niet het geval was, ging de verdachte via de achterzijde de woning binnen en haalde hoofdzakelijk sieraden en geld weg. Van een aantal inbraken is de buit aangetroffen bij de verdachte en zijn broer.
Verder bewijst aangetroffen DNA dat de verdachte verantwoordelijk is voor inbraken in Schijndel en Eersel en pogingen in Vught en Voorthuizen. Ook is er volgens de rechtbank voldoende bewijs dat de verdachte in Den Dungen een auto weghaalde en dat hij een auto in bezit had waarvan hij redelijkerwijs had moeten weten dat deze gestolen was.