Volgens de stichtingen is er geen wettelijke of contractuele grondslag voor het in rekening brengen van een periodieke bijdrage in de aansluitkosten. Er zijn aansluitkosten betaald bij het realiseren van de fysieke aansluiting op het warmtenet en het destijds geldende Tariefadvies, op basis waarvan het bedrijf haar tarieven (mede) vaststelde, geeft aan dat de aansluitbijdrage ziet op eenmalige kosten. De stichtingen willen dat vast komt te staan dat het energiebedrijf tussen 1999 en 2014 onterecht en zonder de bewoners te informeren overeenkomsten met een looptijd van 30 jaar afsloot met afnemers, zonder dat daarbij duidelijk was dat er een jaarlijkse aansluitbijdrage bij hen in rekening zou worden gebracht.
Het energiebedrijf stelt dat de aansluitbijdrage een vergoeding is die betaald moet worden op het moment dat de woning op het warmtenet wordt aangesloten en dat deze bestaat uit meerdere componenten. Een stadsverwarmingsafnemer bespaart aansluitkosten (aansluitbijdrage aardgas) omdat er geen aansluiting op het gasnet nodig is en investeringskosten omdat aanschaf en montage van een centrale verwarmingsketel niet nodig zijn. Volgens het bedrijf mochten en mogen zij nog steeds volgens (destijds) het Tariefadvies en (later) de Warmtewet daarom een jaarlijkse aansluitbijdrage in rekening brengen.