De gemeente betwist dat de man tegen het paaltje is aangereden. Er zouden kort gezegd enkele tegenstrijdigheden zitten tussen de verklaring van de man en de informatie over het ongeval uit het medisch dossier. Daarnaast stelt de gemeente dat het onaannemelijk is dat de man het paaltje niet eerder had gezien, omdat het op slechts zo’n 2 kilometer van zijn huis stond. Een ander paaltje op zijn route zag hij kennelijk wel en heeft hij ontweken.
De man weerlegt de tegenstrijdigheden en erkent het paaltje inderdaad wel eens gezien te hebben bij het wandelen, maar hij zegt niet eerder op het pad te hebben gefietst. Het andere paaltje stond bij een lantaarnpaal en was daarom duidelijk zichtbaar. De man geeft verder aan dat een paaltje op die plek niet noodzakelijk zou zijn. Hij wijst hiervoor naar een aanpassing van de verkeerssituatie in 2017 toen het paaltje is weggehaald. Daarnaast zou het paaltje niet aan de veiligheidseisen hebben voldaan, zo stelt de man. Er zou volgens hem geen reflecterende witte verf op het paaltje hebben gezeten en de witte verf die er wel op zat, was deels afgesleten. Het ging daarnaast om een smal paaltje zonder verlichting en zonder verlichting in de buurt. Ook waren er geen andere maatregelen genomen waardoor het paaltje goed zichtbaar was.
De gemeente stelt op haar beurt dat het paaltje noodzakelijk was om auto’s te weren die het pad als sluiproute wilden gebruiken en om criminele activiteiten op die plek te voorkomen. Ook zou het paaltje hebben voldaan aan de eisen. Volgens de gemeente had het paaltje een normale dikte, stond het midden op het pad en was het uitgevoerd in een wit-rode reflecterende kleur. Er was geen verlichting omdat het pad door het bos liep en fietspaden daar niet verlichting worden. Daarom had de man juist extra moeten opletten, stelt de gemeente.