Het onderzoek “Rykiel” startte in mei 2012, nadat het Openbaar Ministerie (OM) informatie had ontvangen dat één van de hoofdverdachten zich onder meer bezighield met het illegaal aanbieden van online gokspellen in Nederland. Dat is in ons land verboden. Het OM bracht uiteindelijk 31 verdachten - waaronder 13 bedrijven - voor de rechter voor overtreding van de Wet op de kansspelen, deelneming aan een criminele organisatie, witwassen en het maken en gebruiken van valse facturen en valse contracten.
De rechtbank behandelde de strafzaak in 24 zittingsdagen. Zij acht bewezen dat de 3 hoofdverdachten, de leidinggevenden van de gok-organisatie, hun werknemers en financiële adviseurs samen met een ontwikkelaar van spelsoftware, een criminele organisatie vormden die via het internet illegaal gokspellen aanbood in Nederland. De rechtbank veegt het verweer van de verdachten dat het aanbieden van gokspellen in Nederland niet (langer) strafbaar is vanwege maatschappelijke en juridische ontwikkelingen, van tafel. De rechtbank oordeelt verder dat via (buitenlandse) rechtspersonen een schijnconstructie is opgezet om te verbergen dat in Nederland online gokspellen werden aangeboden. Dat gebeurde ook om de bron en de bestemming van de geldstromen te verbergen; mede door gebruik te maken van valse facturen en valse contracten.
De schijnconstructie werd door de verdachten ook gebruikt om hun illegaal verkregen geld wit te wassen. Dit ging om bedragen tot ruim 100 miljoen euro. De moeder van één van de hoofdverdachten maakte zich eveneens schuldig aan witwassen. De partners van 2 van de hoofdverdachten worden veroordeeld voor het profiteren van het verdiende geld, de derde partner wordt - net als een aantal werknemers van het bedrijf - vrijgesproken van betrokkenheid vanwege gebrek aan bewijs.