De verdachte volgde ’s nachts vanaf een uitgaansgelegenheid in Uden een destijds 17-jarig meisje dat naar huis fietste. Op enig moment haalde hij haar in en wachtte hij haar een eindje verderop op. De verdachte pakte de fiets van het meisje vast zodat ze stil kwam te staan en zei dat hij haar ‘een lekker ding’ vond. Vervolgens trok de verdachte het slachtoffer van haar fiets af waardoor ze op haar rug op de grond terechtkwam. Hij ging op haar zitten, drukte haar bovenlichaam tegen de grond en legde zijn hand op haar mond en greep haar keel vast. Daarna probeerde de verdachte met zijn hand in de broek van het meisje te komen. Zij wist hem steeds weg te duwen en kon de aandacht van 2 voorbijgangers trekken door om hulp te roepen. De verdachte stapte hierop op zijn fiets en ging ervandoor.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de verdachte een nietsvermoedend slachtoffer na een avond stappen van haar fiets heeft getrokken en probeerde te verkrachten. Het meisje vond het de eerste weken na het incident moeilijk haar normale leven weer op te pakken. Pas na een bemiddelingsgesprek in april tussen haar en de verdachte zijn de meeste angstgevoelens weggetrokken. Maar dit doet niets af aan de ernst van het delict. De rechtbank neemt het de verdachte bovendien kwalijk dat hij, na een bekentenis, is gaan draaien en ontkennen en dus geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor wat er is gebeurd.