Laden...

Jeugddetentie,werkstraf en behandeling voor poging verkrachting in Uden

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Jeugddetentie,werkstraf en behandeling voor poging verkrachting in Uden
's-Hertogenbosch, 30 oktober 2017

Een 22-jarige man uit Uden is door de rechtbank Oost-Brabant veroordeeld voor een poging tot verkrachting in januari van dit jaar. Hij krijgt 221 dagen jeugddetentie, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, en een werkstraf van 200 uur. Ook moet de verdachte zich laten behandelen.

De verdachte volgde ’s nachts vanaf een uitgaansgelegenheid in Uden een destijds 17-jarig meisje dat naar huis fietste. Op enig moment haalde hij haar in en wachtte hij haar een eindje verderop op. De verdachte pakte de fiets van het meisje vast zodat ze stil kwam te staan en zei dat hij haar ‘een lekker ding’ vond. Vervolgens trok de verdachte het slachtoffer van haar fiets af waardoor ze op haar rug op de grond terechtkwam. Hij ging op haar zitten, drukte haar bovenlichaam tegen de grond en legde zijn hand op haar mond en greep haar keel vast. Daarna probeerde de verdachte met zijn hand in de broek van het meisje te komen. Zij wist hem steeds weg te duwen en kon de aandacht van 2 voorbijgangers trekken door om hulp te roepen. De verdachte stapte hierop op zijn fiets en ging ervandoor.

Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de verdachte een nietsvermoedend slachtoffer na een avond stappen van haar fiets heeft getrokken en probeerde te verkrachten. Het meisje vond het de eerste weken na het incident moeilijk haar normale leven weer op te pakken. Pas na een bemiddelingsgesprek in april tussen haar en de verdachte zijn de meeste angstgevoelens weggetrokken. Maar dit doet niets af aan de ernst van het delict. De rechtbank neemt het de verdachte bovendien kwalijk dat hij, na een bekentenis, is gaan draaien en ontkennen en dus geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor wat er is gebeurd.

Jeugdstrafrecht

Anderzijds kan de verdachte het delict in verminderde mate worden aangerekend. Uit onderzoek van een psychiater en psycholoog blijkt namelijk dat hij een matige verstandelijke beperking en achterstanden in zijn persoonlijkheidsontwikkeling heeft. Ook is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat persoonlijke omstandigheden van de verdachte aanleiding geven om bij de strafoplegging uit te gaan van het adolescentenstrafrecht. Dit heeft tot gevolg dat bij het bepalen van de straf wordt veel belang gehecht aan wat de straf betekent voor de persoonlijke ontwikkeling van de verdachte. Gelet op zijn kwetsbare persoonlijkheid, legt de rechtbank een grotendeels voorwaardelijke jeugddetentie op.
Aan deze voorwaardelijke straf koppelt de rechtbank bovendien een aantal bijzondere voorwaarden, waaronder een ambulante behandeling voor zijn psychische problematiek en daaruit voortkomende alcoholgebruik. Ook krijgt hij een meldplicht bij de reclassering en een alcoholverbod. Daarmee wil de rechtbank herhaling voorkomen. De rechtbank oordeelt dat het maatschappelijk belang bij deze straf en voorwaarden meer gediend is dan bij het opleggen van een langere onvoorwaardelijke jeugddetentie. Wel legt de rechtbank daarbij een maximale werkstraf op.

Uitspraak