Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat ze zich in iets meer dan een maand tijd schuldig maakten aan een reeks inbraken en de heling van gestolen kentekenplaten. Ze gingen georganiseerd te werk. Bovendien was hun handelwijze uiterst brutaal door niet alleen ‘s nachts maar ook in de vroege ochtend ruiten te vernielen en met grof geweld deuren te forceren terwijl er soms omstanders waren. Dergelijk handelen veroorzaakt veel onrust in de samenleving. Weliswaar was de buit telkens betrekkelijk gering, maar daar staat tegenover dat door de braak wel veel schade en overlast aan de slachtoffers is toegebracht. Ook de heling vindt de rechtbank ernstig, omdat het diefstal bevordert. Het rijden met gestolen kentekenplaten kan bovendien gebruikt worden voor het plegen van misdrijven en de verdachten deden dat ook.
De rechtbank weegt voor de strafbepaling van de man mee dat hij eerder veelvuldig voor soortgelijke feiten is veroordeeld en desondanks niet bereid is zijn criminele gedrag te veranderen. Bij het bepalen van de straf voor de vrouw weegt de rechtbank mee dat er bij haar sprake is van psychische problematiek en een drugsverslaving. Ze lijkt gemotiveerd haar gedrag te veranderen, maar heeft niet de vaardigheden om haar problemen zelfstandig op te lossen. De rechtbank legt de vrouw een deel van de celstraf voorwaardelijk op. Ze krijgt reclasseringstoezicht opgelegd en moet meewerken aan controles op drugsgebruik, een zinvolle dagbesteding hebben en behandeling ondergaan om te voorkomen dat ze opnieuw in de fout gaat.