De verdachte en zijn echtgenoot kregen in juli 2013 ’s nachts ruzie in hun woning. Daarbij deelde de verdachte enkele klappen uit op het hoofd en in het gezicht van zijn echtgenoot. Nadat de man hem uit hun woning had gezet, trapte de verdachte nog een paar keer na. Enige tijd later liet de verdachte zijn echtgenoot weer binnen. De verdachte ging vervolgens slapen en trof zijn echtgenoot de volgende ochtend dood aan in het toilet.
De patholoog constateerde dat bij het slachtoffer sprake was van letsel in zijn hals. Er waren bloeduitstortingen en beide hoorntjes van het strottenhoofd waren gebroken. Dit zou er volgens de patholoog op kunnen wijzen dat het slachtoffer door verwurging om het leven is gekomen. Een ander scenario kan zijn dat de breuk is ontstaan door een stevige val.
Bovendien is uit toxicologisch onderzoek gebleken dat het gedrag en bewustzijn van het slachtoffer beïnvloed waren door het gebruik van GHB, alcohol en clonazepam. De patholoog kan niet uitsluiten dat het slachtoffer door het gebruik van deze middelen is overleden. Het overlijden zou volgens de patholoog ook door een combinatie van het letsel in de hals en de middelen in het lichaam kunnen zijn veroorzaakt. Volgens de rechtbank is er geen enkel bewijs in het dossier aanwezig dat de verdachte GHB aan zijn echtgenoot heeft toegediend.
De officier van justitie eiste bij gebrek aan bewijs vrijspraak voor moord en poging tot zware mishandeling, maar achtte wel bewezen dat de verdachte zijn echtgenoot had mishandeld door onder meer zijn hals dicht te drukken. De rechtbank acht echter niet bewezen dat de verdachte de hals van zijn echtgenoot heeft dichtgedrukt, maar wel dat hij zijn echtgenoot heeft mishandeld door hem te slaan en schoppen.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de mishandeling plaatsvond in de woning van het slachtoffer. Dit is een plek waar iemand zich juist veilig zou moeten kunnen voelen. De verdachte heeft op die manier inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van zijn echtgenoot. De rechtbank weegt in het voordeel van de verdachte mee dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.