Volgens de vastgoedeigenaren verstrekte de gemeente ruim 10 miljoen euro aan de ontwikkelaar, maar had de gemeente het verstrekken van dit bedrag vooraf aan de Europese Commissie moeten melden. Nu dit niet is gebeurd, is er volgens de vastgoedeigenaren sprake van ongeoorloofde staatssteun.
De gemeente ontkent dat er sprake was van het verlenen van subsidie of staatssteun aan de ontwikkelaar. De gemeente besloot begin 2014 over te gaan op een actieve grondpolitiek voor het gebied, omdat de locatie steeds meer verloederde. De actieve grondpolitiek hield in dat de gemeente alle gronden binnen het gebied verwierf, deze bouw- en woonrijp maakte en vervolgens uitgaf voor de realisatie van de bebouwing. Daarvoor maakte de gemeente afspraken met de ontwikkelaar die de meeste grond in het gebied bezat.
De rechtbank oordeelt dat het niet ongebruikelijk is dat er, als een gemeente een actieve grondpolitiek voert, exploitatietekorten ontstaan waarvoor dekking moet worden gevonden. In dit geval is die dekking gevonden doordat de gemeenteraad 9 miljoen euro ter beschikking stelde aan de gemeente. Het is niet aannemelijk geworden dat dit bedrag aan de ontwikkelaar is verstrekt. Voor zover de vastgoedeigenaren menen dat sprake is van ongeoorloofde staatssteun, staat het hun vrij om dit in een procedure bij de civiele rechter te bepleiten. Dit kan echter niet leiden tot vernietiging van de omgevingsvergunning, oordeelt de rechtbank.