In maart 2014 werden uit een woning in Eindhoven een antieke klok en een schilderij met een afbeelding van de zoon van Rembrandt gestolen.
Enkele maanden later werd de oud-politieman gevraagd door een bekende om uit te zoeken of het juist was dat uit een woning aan de Parklaan te Eindhoven een klok en een schilderij waren gestolen. De bekende beschikte over gedetailleerde informatie over de gestolen spullen. Via de verzekeringsmaatschappij van de eigenaar hoopte hij geld voor de gestolen spullen te krijgen. De oud-politieman heeft vervolgens contact opgenomen met de beheerder van de woning, heeft nagevraagd of de betreffende goederen uit de woning waren gestolen en heeft gevraagd naar de betrokken verzekeringsmaatschappij, waarna hij de bekende hierover heeft geïnformeerd. De rechtbank oordeelt dat de oud-politieman daarmee deze bekende heeft geholpen bij diens poging om geld te krijgen voor het gestolen schilderij en de klok. De verzekeringsmaatschappij bleek uiteindelijk niet geïnteresseerd zodat het bij een poging is gebleven. De oud-politieman werd veroordeeld voor medeplichtigheid aan deze poging tot witwassen.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat het witwassen van crimineel geld een ernstige bedreiging van de legale economie vormt en de integriteit van het financiële economische verkeer aantast. Door witwassen wordt bovendien het plegen van strafbare feiten gefaciliteerd. De rechtbank rekent dit de verdachte aan, zeker omdat hij meerdere malen uitdrukkelijk verklaarde zich nog steeds politieman te voelen, terwijl hij als oud-politieman beter had moeten weten. Naast de taakstraf, verlengt de rechtbank ook de proeftijd van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf met 1 jaar.