Laden...

PI Vught mocht medewerker ontslaan

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > PI Vught mocht medewerker ontslaan
's-Hertogenbosch, 10 mei 2016

De Penitentiaire Inrichting (PI) Vught mocht een medewerker ontslaan vanwege ernstig plichtsverzuim. Dat is het oordeel van de rechtbank Oost-Brabant. De PI ontsloeg de man in januari 2015 onder meer omdat hij criminele contacten zou hebben verzwegen. Volgens de medewerker is het ontslag een vorm van discriminatie op grond van ras.

De man werkte sinds augustus 2000 bij de PI Vught als senior complexbeveiliger. In een disciplinair onderzoek naar een andere collega, kreeg de PI informatie over de man waarna een disciplinair onderzoek naar hem werd ingesteld. Vanaf dat moment werd hem de toegang tot de PI ontzegd.
Uit het onderzoek kwam onder meer naar voren dat de man contacten zou onderhouden met leden van de 1% motorclub Satudarah Motor Club (SMC) en met personen die criminele contacten hebben of gedetineerd zijn (geweest), onder wie zijn broer en een man die gedetineerd werd voor een liquidatie. Deze contacten had de man niet gemeld bij zijn werkgever. Daarnaast zou hij tegenstrijdige verklaringen hebben afgelegd of niet de (volledige) waarheid hebben verteld over onder meer het onderzoek naar zijn oud-collega en zijn sympathieën voor Satudarah. De PI gaf de man op 28 januari 2015 strafontslag. Tegen deze beslissing stelde hij beroep in bij de rechtbank.

Oordeel

Voor de rechtbank is voldoende vast komen te staan dat de medewerker contacten heeft onderhouden met personen met criminele antecedenten en met personen die gedetineerd zijn (geweest), en dat hij daarvan geen melding bij zijn werkgever heeft gemaakt. De rechtbank acht met name van belang dat hij niets heeft gezegd over zijn contacten met zijn broer en een vriend van zijn zoon van wie de medewerker heeft erkend dat zij bij hem thuis komen. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat de medewerker niet op de hoogte was van de criminele antecedenten van zijn broer en van de vriend van zijn zoon. De man gaf op de zitting ook aan op de hoogte te zijn geweest van de detentie van de vriend. Hij gaf aan hiervan geen melding te hebben gemaakt, omdat hij ervan uitging dat dit alleen verplicht was als een bekende in de PI Vught werd opgenomen.
Het niet melden van de ‘criminele’ contacten is volgens de rechtbank op zichzelf al een zeer ernstig plichtsverzuim en voldoende om de man te ontslaan. De werkgever mag groot belang hechten aan integer en betrouwbaar gedrag van een medewerker van een PI, aan de veiligheid binnen de inrichting en aan het aanzien van de PI. Omdat het niet melden van deze contacten al voldoende was om de medewerker te kunnen ontslaan, hoeft de rechtbank niet verder te oordelen over de andere ontslaggronden.

​Discriminatie

De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een situatie waarin de werkgever verboden onderscheid heeft gemaakt op grond van ras. De verplichting melding te maken van contacten met personen met criminele antecedenten en personen die gedetineerd zijn of zijn geweest, geldt immers voor alle medewerkers van de PI en geldt ook ongeacht de afkomst van de personen met wie de medewerker contact heeft.

Uitspraken