De rechtbank oordeelt dat een strategische milieubeoordeling had moeten worden uitgevoerd voor de vaststelling van artikel 3 lid 4 van de Wgv. Dat is een breed milieuonderzoek dat verplicht is in bepaalde gevallen op basis van de Europese SMB-richtlijn. Volgens de rechtbank is artikel 3 lid 4, van de Wgv een kaderstellend plan of programma als bedoeld in deze richtlijn. Dat onderzoek is niet gemaakt bij de behandeling en vaststelling van de Wgv (en het amendement waarmee artikel 3, lid 4 van de Wgv aan de wet is toegevoegd). Daarom had de gemeente artikel 3 vierde lid niet mogen gebruiken om de vergunning te verlenen. Overigens mag de gemeente inmiddels afwijken van de Wgv op basis van het Besluit crisis en herstelwet maar de gemeente heeft dit in dit geval niet gedaan.
Daarnaast vindt de rechtbank dat de gemeente het verlenen van de vergunning onvoldoende heeft gemotiveerd. Zo had zij bijvoorbeeld een geurbeheersplan moeten opstellen en een goede norm voor de geurhinder van de brijvoerkeuken moeten formuleren en kloppen de geluidsvoorschriften niet.
Al met al vernietigt de rechtbank de beslissing van de gemeente en geeft de opdracht om een nieuw besluit te nemen binnen 6 maanden na deze uitspraak.