Laden...

Toelichting uitzondering persrichtlijn in pro-formazitting 'operatie Alfa'

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Oost-Brabant > Nieuws > Toelichting uitzondering persrichtlijn in pro-formazitting 'operatie Alfa'
's-Hertogenbosch, 14 februari 2020

De rechtbank Oost-Brabant start maandag 17 februari om 09.00 uur met de pro-forma behandeling van de strafzaken tegen de eerste 7 verdachten in ‘operatie Alfa’. Het Openbaar Ministerie verdenkt de 7 onder meer van deelname aan een criminele organisatie, wapenbezit, witwassen en drugsdelicten.

De rechtbank Oost-Brabant hanteert de persrichtlijn (pdf, 2,9 MB). Het Openbaar Ministerie en de verdediging hebben verzocht om in deze zaak maandag daarop een uitzondering op gebied van audiovisuele media te maken. Dit vanwege veiligheids- en privacyredenen.
De voorzitter van de rechtbank stelt voorop dat een afweging moet worden gemaakt tussen het belang van de openbaarheid en van de persvrijheid enerzijds, en de belangen van privacy en veiligheid van de procesdeelnemers anderzijds. De voorzitter maakt deze afweging gezien de aard en de resultaten van het opsporingsonderzoek op dit moment.

Vanuit de verdediging is (deels vanwege de grote media-aandacht en bezorgdheid voor stigmatisering of negatieve beeldvorming) bezwaar gemaakt tegen het al dan niet vervormd opnemen van de stem van de verdachten. Dat bezwaar honoreert de voorzitter. In de afweging privacy-openbaarheid dienen de privacybelangen van de verdachten in dit stadium van het proces (het gaat om een pro-formazitting, er is sprake van een verdenking gebaseerd op een niet volledig dossier en verdachten hebben nog niet inhoudelijk verklaard) het zwaarst te wegen.
Een van de advocaten had om een Twitterverbod gevraagd. Dat verzoek heeft de voorzitter afgewezen: tijdens de zitting mogen journalisten gewoon via Twitter verslag doen.

Het Openbaar Ministerie vraagt de voorzitter te beslissen dat er geen beeldopnamen mogen worden gemaakt van de officieren van justitie. Het opnemen van geluid is geen probleem. De voorzitter heeft dat verzoek ingewilligd. Het is belangrijk dat juist in dit stadium, waarin het onderzoek nog gaande is, de officieren van justitie hun werk ongehinderd en veilig kunnen doen en dat ze zich vrij voelen de naar hun inzicht nodige beslissingen te nemen. Uit het verzoek van het Openbaar Ministerie maakt de voorzitter op dat bij het Openbaar Ministerie daarover zorgen bestaan. Er kan niet worden gezegd dat het ontstaan van dergelijke zorgen onreëel is. Bij het inwilligen van dit verzoek merkt de voorzitter op dat het verbieden van het in beeld brengen van de officieren van justitie slechts een beperkt aspect van de verslaglegging raakt nu het tijdens de zitting maken van geluidsopnamen van de officieren wel is toegestaan.

Dat betekent dat beeld- en geluidsopnamen mogen worden gemaakt van de opkomst van de rechtbank, er geluidsopnamen mogen worden gemaakt van het uitspreken van de tenlastelegging en beeld- en geluidsopnamen zijn toegestaan van eventuele beslissingen van de rechtbank. De officieren van justitie mogen niet in beeld worden gebracht door camera’s of tekenaars. En van de verdachten mogen geen stemopnamen worden gemaakt. De verdachten mogen ook niet gefilmd worden (dat is volgens de persrichtlijn al niet toegestaan).

De zitting is openbaar en kan dus worden bijgewoond door pers en publiek.

Uitspraken