De vrouw heeft (zeer) ernstige medische beperkingen waardoor zij niet in staat is zelf werk in huis te doen. Ze kreeg in 2010 hulp in de huishouding voor 6 uur per week, maar sinds juli vorig jaar is dat sterk verminderd. De gemeente Veghel verving toen namelijk het indicatiebesluit en liet de zorgaanbieder een ‘persoonlijk ondersteuningsplan’ afsluiten met de vrouw. Daardoor kreeg ze nog maar 2 uur per week huishoudelijke zorg. Na het faillissement van die zorgaanbieder heeft de vrouw nu een zorgaanbieder waarvan ze momenteel iedere week 2 uur en een kwartier hulp krijgt. Volgens de rechter heeft de gemeente een resultaatsverplichting en moet zij ervoor zorgen dat de vrouw voldoende hulp krijgt.
De vrouw stelt dat de geboden huishoudelijke verzorging schromelijk tekort schiet. De vrouw vroeg via haar zorgcoördinator meer hulp, maar dat werd geweigerd omdat de zorgaanbieder dit een taak van de gemeente vindt. De gemeente stelt echter dat de uitvoering aan de zorgaanbieder is en dat de gemeente niet meer dan een handhavingsplicht heeft.
De rechter wijst er op dat de gemeente -ondanks diverse klachten van de vrouw- nog niet heeft opgetreden. Kennelijk vindt de gemeente de huidige geboden huishoudelijke ondersteuning dus voldoende, zo concludeert de rechter. Maar deze ondersteuning voldoet naar het zich laat aanzien niet. De vrouw kan zelf niets in huis doen en krijgt geen mantelzorg. In haar woning zijn bovendien extra voorzieningen aanwezig vanwege haar medische beperkingen. Dit levert meerwerk op ten opzichte van een standaardhuishouden. Verder moet haar woning vanwege haar medische gesteldheid aan extra hoge hygiëne-eisen voldoen. Daarom moet de gemeente op korte termijn voor extra uren huishoudelijke hulp zorgen, totdat op haar bezwaar is beslist.