De politie deed in juni van dit jaar een inval op het bewuste perceel in Liempde, na een melding over een gestolen shovel. De shovel werd inderdaad aangetroffen in een loods. Vervolgens is nog diezelfde dag verder gezocht op het terrein en vond de politie een gestolen boottrailer, motor en aanhangwagens en bovendien een vermoedelijk omgekatte vrachtauto. Ook lagen er vuurwapens, nepvuurwapens en munitie in de woning en werd 459,68 gram gedroogde hennep aangetroffen in een loods. De burgemeester van de gemeente Boxtel besloot in augustus de woning en loodsen op het terrein voor 3 maanden te laten sluiten. Hij stelt onder meer dat er sprake is van een handelshoeveelheid hennep.

De eigenaar stapte naar de rechter en vroeg om een voorlopige voorziening. Volgens hem was de burgemeester niet bevoegd om over te gaan tot sluiting, omdat de aangetroffen drugs niet aanwezig waren om te worden verkocht, afgeleverd of verstrekt. Hij legde een verklaring over van een bekende die beweert de drugs in zijn loods te hebben gelegd. Verder vindt de eigenaar dat de burgemeester had kunnen volstaan met een waarschuwing, omdat er niet eerder drugs zijn aangetroffen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester in de verklaring van de bekende geen reden had hoeven te zien om aan te nemen dat de drugs niet bestemd waren voor de verkoop, aflevering of verstrekking. De verklaring is immers niet objectief; het gaat om een oude bekende en werknemer van de eigenaar. Daarnaast mocht de burgemeester concluderen dat het om een ernstig geval gaat. In zulke gevallen hoeft hij geen waarschuwing te geven en mag direct worden overgegaan tot sluiting. De rechter ziet dan ook geen reden om een voorlopige voorziening te treffen.