Nabestaanden van het slachtoffer wraakten 22 februari de rechters die een dag eerder de strafzaak tegen de 40-jarige verdachte behandelden. Volgens de nabestaanden wekten de rechters de objectieve schijn van partijdigheid. Zo namen de rechters een ordemaatregel nadat aan het begin van de pro-formazitting commotie was ontstaan doordat een toehoorder vanaf de publieke tribune de verdachte probeerde aan te vallen. Ook andere toehoorders namen deel aan de vechtpartij, waarna de zittingszaal enige tijd is ontruimd. De ordemaatregel hield in dat de zitting werd voortgezet zonder toehoorders, behalve de ouders van het slachtoffer. Daarnaast zouden de rechters volgens de nabestaanden partijdig zijn toen de rechters oordeelden over 2 verzoeken die de advocaat van de nabestaanden indiende. Het eerste verzoek – om processtukken aan de nabestaanden te verstrekken – wees de rechtbank af. Op het tweede verzoek – om onder meer de nabestaanden toe te staan het vervolg van de zitting achter glas te laten bijwonen – beslisten de rechters niet. Ook voerden de nabestaanden nog aan dat de rechters door de politie als getuigen zijn gehoord over het geweldsincident in de zittingszaal.