Het gaat om een horecazaak in Deventer en een horecazaak in Losser. Het behandelen van een faillissementsverzoek valt onder de zogenoemde urgente zaken. “Het uitspreken van een faillissement is natuurlijk nooit leuk, maar het is wel heel erg belangrijk dat dit soort zaken doorgaat. Het geeft bedrijven, werknemers, leveranciers en anderen zekerheid. Op dit moment wordt dit soort zaken schriftelijk afgehandeld. Daarnaast kan een partij ook telefonisch worden gehoord door de rechter”, zegt Mark Bosch, teamvoorzitter Toezicht van de rechtbank Overijssel. “Veel mensen denken dat de Rechtspraak nu ook dicht is. Dat klopt niet. De urgente zaken, waaronder faillissementsaanvragen, blijven we behandelen. Dat is ook belangrijk omdat betrokkenen niet kunnen wachten op uitstel. Zaken kunnen worden afgehandeld, medewerkers kunnen een beroep doen op sociale voorzieningen en een curator kan worden aangesteld.”

De rechtbank Overijssel ziet op dit moment nog geen bijzondere toename van het aantal faillissementsaanvragen. In deze twee specifieke gevallen hebben de bedrijven de coronacrisis wel genoemd als spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen.