Laden...

Op de rol: ‘Ik heb niemand gezien; ik zweer het’

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Zeeland-West-Brabant > Nieuws > Op de rol: ‘Ik heb niemand gezien; ik zweer het’
Breda, 01 februari 2017
Nico (76) vindt dat hij met een fles wijn op prima kan autorijden. ‘Doorgaans rijdt mijn vrouw, maar nu wilde ik zelf rijden. Ik was eigenwijs’, zegt Nico in zaal 6 van het Bredase gerechtsgebouw tegen politierechter Hermans. En dus rijdt hij op zondagavond 26 april 2015 in kennelijke staat van Tilburg naar zijn woonplaats Moergestel. Als hij afslaat op de rotonde naar de Moergestelse Schoolstraat en een Volkswagen Jetta de rotonde nadert, gaat het mis. ‘Mijn geheugen is een zeef’, zegt Nico tegen de politierechter, ‘maar ik weet dat ik aan de linkerkant een auto schaafde. Ik lig er ‘s nachts nog wakker van. Ik ben meteen rechts in de berm gestopt, waarbij ik op een varkensrug (betonblokken die het verkeer moeten scheiden, red.) reed. Dat was stom, want dat kostte mij een wiel.’

Jenever

Volgens officier van justitie Verhoeven heeft Nico zich na de aanrijding uit de voeten gemaakt. ‘De plaats van het ongeval verlaten’, zoals dat heet, en dat is strafbaar. Nico: ‘Ik ben gestopt. We hebben 5 minuten gewacht. Ik zag geen auto; ik zag niets. Waar moest ik naartoe lopen? We zijn naar huis gereden, waar ik mijzelf tegen de schrik een jonge jenever inschonk. Dat had ik ook niet moeten doen.’ ‘Hoezo, u zag niets?’ vraagt de politierechter. ‘Waar was die andere auto dan?’ Die was doorgereden, aldus Nico. ‘Ik heb niemand gezien; ik zweer het. Toen we naar huis reden, werden we wel gevolgd door een andere auto’. Daarin zat één van de inzittenden van de Jetta die Nico had geraakt en die toevallig bij de rotonde kennissen had zien rijden en snel in die auto was gestapt om achter Nico aan te gaan. 

Tong

Korte tijd later staat de politie bij Nico voor de deur. Zijn achtervolgers hadden het kenteken van Nico’s Mercedes doorgegeven. De agenten weten hoe laat het is als ze binnenkomen. Op tafel staat een glas met ijsblokjes, Nico praat met dubbele tong, heeft bloeddoorlopen ogen en is onvast ter been. De politie noemt dat de trias alcoholica. Mee naar het politiebureau in Tilburg, waar blijkt dat Nico 1,74 promille alcohol in zijn bloed heeft (als de schrikborrel wordt meegeteld, volgens het Nederlands Forensisch Instituut een promillage tussen 1,7 en 2). ‘Ze hebben mij verhoord, bloed afgenomen en weer op straat gezet.’ Nico zegt tegen de politie dat hij direct naar huis is gereden, maar hij weigert de verklaring te tekenen. Een paar weken later stuurt hij een brief naar de officier van justitie waarin hij aangeeft dat hij toch niet is doorgereden maar 5 minuten bij de rotonde heeft gewacht.

Airbags

De inzittenden van de Jetta vertellen een ander verhaal, memoreert politierechter Hermans. Meer het verhaal dat Nico eerst vertelde, maar later introk. ‘U hebt de auto links voor geraakt. Er was veel schade, de airbags gingen open en er kwam rook uit de motor. Een van de inzittenden zegt: “Ik ben uitgestapt en ben achter de auto aangerend.” Ze zagen u zachtjes wegrijden met een kapot voorwiel. Ze dachten dat u zou parkeren, maar u reed door.’ Nico: ‘Zo is het niet gegaan. U denkt misschien dat ik lieg, maar vraagt u het aan mijn vrouw; zij is eerlijk.’ Vrouw en dochter zitten in de rechtszaal. ‘Waarom zouden die mensen liegen?’, vraagt de politierechter. Zij hadden toch niets misdaan? Nico: ‘Ze hadden direct kunnen stoppen, maar dat hebben ze niet gedaan.’

Krukken

Officier van justitie Verhoeven gelooft geen woord van Nico’s relaas. Nico heeft het verkeersongeval veroorzaakt en de plaats van het ongeluk verlaten. ‘Getuigen hebben verklaard dat u op de verkeerde weghelft reed, dat u tegen de stoeprand aankwam en dat u vervolgens bent weggereden. U had daar belang bij, want u had gedronken.’ Volgens de richtlijnen van het Openbaar Ministerie zou Nico een boete van 1.600 euro moeten krijgen, maar omdat hij een schuld heeft bij de Belastingdienst, lijkt het de officier beter om hem 50 uur werkstraf te geven. ‘Op krukken zeker’, hoont Nico. ‘Ik weet dat de reclassering aangepast werk kan aanbieden’, reageert de officier. Politierechter Hermans maant Nico tot stilte. ‘Straks krijgt u het laatste woord.’ En Nico zou van officier van justitie Verhoeven 7 maanden lang geen auto mogen besturen.

Klap

Nico hoorde een klap, zette zijn auto aan de kant, wachtte, zag niemand en is toen naar huis gereden. ‘Mijn cliënt blijft volhouden dat hij na de aanrijding niet is doorgereden’, zegt Nico’s raadsvrouw Klein Selle. En dus moet vrijspraak volgen. De drank is een ander verhaal. ‘Mijn cliënt reed onder invloed en dat is een strafbaar feit. Maar wat is een passende sanctie?’ Een werkstraf is dat niet, vindt ze. 76 jaar en 4 heupoperaties? ‘Ik zou geen passende werkstraf weten.’ Nee, een geldboete van 850 euro zou beter passen. Nico heeft het laatste woord, en dat neemt hij. ‘Ik had deze zaak liever op een prettige manier geregeld. Als ik veroordeeld word, dan heb ik liever een geldstraf dan een werkstraf. Dat geld kan ik wel aan mijn dochters vragen.’

Schade

Zijn wens gaat in vervulling. Voor het rijden onder invloed krijgt Nico van de politierechter een geldboete van 850 euro. Verder krijgt hij 7 maanden ontzegging van de rijbevoegdheid. Dat Nico hem schielijk is gesmeerd na de aanrijding bij de rotonde, staat voor politierechter Hermans wel vast. ‘Getuigen hebben heldere verklaringen afgelegd. Ik vind uw verklaring niet aannemelijk. De schade was aanmerkelijk, u bent doorgereden en u hebt geen adresgegevens achtergelaten.’ Daarvoor krijgt Nico van de politierechter een voorwaardelijke werkstraf van 40 uur en 3 maanden onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid. Nico mag dus 10 maanden geen auto rijden.

Uitspraken