Laden...

Rijkswaterstaat kan schoonmaakkosten na brand Chemie-Pack niet verhalen op Holding Gerard Spiering B.V.

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Zeeland-West-Brabant > Nieuws > Rijkswaterstaat kan schoonmaakkosten na brand Chemie-Pack niet verhalen op Holding Gerard Spiering B.V.
Breda, 27 februari 2013

De vennootschap Holding Gerard Spiering B.V. hoeft niet de ruim anderhalf miljoen euro aan kosten te betalen die Rijkswaterstaat heeft gemaakt voor het schoonmaken van de Noordelijke Insteekhaven en de Insteekhaven Roode Vaart en het voorkomen van vervuiling van het Hollandsch Diep na de brand bij het bedrijf Chemie-Pack in januari 2011. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verontreiniging van de waterwegen niet direct aan deze B.V. kan worden toegerekend.

Niet direct verantwoordelijk

Holding Gerard Spiering B.V. is een vennootschap waarvan Gerard Spiering, voormalig directeur van het failliete Chemie-Pack Nederland B.V., enig bestuurder en aandeelhouder is. Deze vennootschap had geen directe (mede)verantwoordelijkheid voor het blussen van de brand. De vennootschap had geen personeel in dienst en heeft volgens de rechtbank geen volledige invloed op het handelen en nalaten van Chemie-Pack. Het handelen en nalaten van Gerard Spiering zelf kan niet direct aan de vennootschap worden toegerekend.

Verontreiniging

Tijdens het blussen van de brand bij Chemie-Pack op 5 januari 2011 kleurde het water in de Roode Vaart rood. Rijkswaterstaat nam vervolgens met spoed diverse maatregelen om de verontreiniging van de Roode Vaart en de nabijgelegen Noordelijke insteekhaven op te heffen. Zo werden schermen en waterzuiveringsinstallaties geplaatst en baggerwerkzaamheden uitgevoerd. Beide wateren komen uit in het Hollandsch Diep.
Overigens heeft de rechtbank geconstateerd dat Rijkswaterstaat volgens de wettelijke regeling niet het beheer had over de Noordelijke Insteekhaven. In deze zaak heeft de rechtbank dan ook alleen geoordeeld over de schoonmaakkosten voor de beide andere wateren.

Bestuursdwang


In deze zaak gaat het om het toepassen van zogenoemde bestuursdwang door een overheidsinstantie. Het doel van bestuursdwang is om de overtreder van een wettelijk voorschrift, hier het zonder vergunning lozen van schadelijke stoffen in het oppervlaktewater, te bewegen deze overtreding ongedaan te maken. Als dat niet lukt of daarop niet gewacht kan worden, kan de overheid de overtreding zelf ongedaan maken. In dat geval worden in het algemeen de kosten op de

Uitspraken