Achtergrond
De rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, behandelt op dinsdag 15 juli 2014 de strafzaak van een persoon die wordt verdacht van brandstichting in en rondom de eigen woning.
De pers heeft verzocht opnamen te mogen maken van de opkomst van de rechtbank, de voordracht door de officier van justitie, het requisitoir door de officier van justitie, het pleidooi door de advocaat, de feitenbehandeling en de stem van de verdachte.
De verdachte en de advocaat maakten bezwaar tegen het maken van opnamen van de stem van de verdachte tijdens de feitenbehandeling. De advocaat heeft ook aangegeven bezwaar te maken tegen het opnemen van zijn gehele pleidooi. De officier van justitie heeft eveneens aangegeven bezwaar te maken tegen het opnemen van haar gehele requisitoir. De rechtbank gaf gehoor aan deze bezwaren en wees het verzoek van de pers gedeeltelijk af.
De rechtbank gaf aan bewaar te maken tegen het maken van geluidsopnamen tijdens de behandeling. Beeldopnamen van de rechtbank waren wel toegestaan.
Beslissing van de rechtbank
In de persrichtlijn zijn uitgangspunten neergelegd die de gerechten betrekken bij de verzoeken om opnames in het belang van de openbaarheid van rechtspraak.
De rechtbank overweegt dat in deze zaak de bescherming van de privacy van verdachte in ruime zin niet zozeer aan de orde is, omdat in de media al de nodige aandacht aan deze zaak is besteed. Voorts overweegt de rechtbank dat het opnemen van uitsluitend het stemgeluid van verdachte minder inbreuk op haar privacy oplevert, dan het opnemen van geluid en beeld. Gelet echter op de persoonlijkheidsstructuur van verdachte en de problemen die zij in het verleden heeft meegemaakt, zoals in de gedragsdeskundige rapportages naar voren komen en zoals uit eerdere zittingen en ook tijdens de schouw is gebleken, begrijpt de rechtbank het argument dat verdachte zich belemmerd kan voelen om te verklaren. Nu het belang van waarheidsvinding dient te prevaleren boven het belang van de pers om opnamen te maken, staat de rechtbank het de pers niet toe om geluidsopnamen te maken van de behandeling van de feiten.
De persrichtlijn is een gegeven waarmee we allemaal moeten leren leven.
Gelet op hetgeen al is gezegd omtrent de persoonlijke omstandigheden van verdachte, bepaalt de rechtbank dat bij de behandeling van de zaak een onderscheid dient te worden gemaakt tussen de behandeling van de feiten en van de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte dient verder niet herkenbaar in beeld te worden gebracht. Voorts dient de camera te worden uitgezet bij de bespreking van de persoonlijke omstandigheden van verdachte wanneer deze aan de orde komen bij requisitoir en pleidooi. De officier van justitie en de raadsman worden verzocht aan te geven wanneer zij aan de bespreking van de persoonlijke omstandigheden van verdachte toekomen, om de pers de gelegenheid te geven de camera uit te schakelen.