De rechtbank Oost-Brabant start maandag 17 mei om 9.00 uur met de inhoudelijke behandeling van de strafzaken tegen 15 verdachten in ‘operatie Alfa’ (onderzoek Noord). Het Openbaar Ministerie verdenkt deze verdachten onder meer van deelname aan een criminele organisatie, wapenbezit, witwassen en drugsdelicten.
De rechtbank Oost-Brabant hanteert de persrichtlijn (pdf, 2,9 MB). Het Openbaar Ministerie en de verdediging hebben verzocht om in deze zaak daarop een uitzondering op gebied van audiovisuele media te maken. Dit vanwege veiligheids- en privacyredenen.
De voorzitter van de rechtbank stelt voorop dat een afweging moet worden gemaakt tussen het belang van de openbaarheid en van de persvrijheid enerzijds, en de belangen van privacy en veiligheid van de procesdeelnemers anderzijds.
Het Openbaar Ministerie vraagt de voorzitter te beslissen dat er - zoals ook bij de voorafgaande zittingen is gebeurd - geen beeldopnamen mogen worden gemaakt van de officieren van justitie. Het Openbaar Ministerie heeft dit gevraagd in het belang van en uit zorg voor een ongehinderd, veilig en vrij functioneren van de officieren van justitie. Het opnemen van geluid is geen probleem.
De voorzitter heeft het verzoek van het Openbaar Ministerie ingewilligd. Het is volgens de voorzitter nog steeds belangrijk dat de officieren van justitie hun werk ongehinderd en veilig kunnen doen en dat ze zich vrij voelen de naar hun inzicht nodige beslissingen te nemen. Uit het verzoek van het Openbaar Ministerie maakt de voorzitter op dat bij het Openbaar Ministerie daarover nog steeds zorgen bestaan. Er kan niet worden gezegd dat het ontstaan of bestaan van dergelijke zorgen niet reëel is. Bij de afweging van de betrokken belangen heeft de voorzitter ook gekeken naar de aard en omvang van deze zaak en de behandeling van de voorgaande zittingen. Bij het inwilligen van dit verzoek herhaalt de voorzitter dat het verbieden van het in beeld brengen van de officieren van justitie slechts een beperkt aspect van de verslaglegging raakt nu het tijdens de zitting maken van geluidsopnamen van de officieren wel is toegestaan.
Vanuit de verdediging is (deels vanwege de grote media-aandacht en bezorgdheid voor stigmatisering of negatieve beeldvorming) bezwaar gemaakt tegen het al dan niet vervormd opnemen van de stem van de verdachten. Dat bezwaar honoreert de voorzitter gelet op de zorgen van de verdediging over stigmatisering of negatieve beeldvorming bij die media-aandacht. In de afweging privacy-openbaarheid wegen de privacybelangen van de verdachten bij de inhoudelijke behandeling zwaarder dan de belangen van openbaarheid en persvrijheid om de stem van verdachten op te nemen.
Dat betekent dat beeld- en geluidsopnamen mogen worden gemaakt van de opkomst van de rechtbank, de feitenbehandeling, de pleidooien en van eventuele beslissingen van de rechtbank. Ook mogen er geluidsopnamen worden gemaakt van het uitspreken van de tenlastelegging en het requisitoir. De officieren van justitie mogen tijdens de zitting niet in beeld worden gebracht door camera’s of tekenaars. En van de verdachten mogen geen stemopnamen worden gemaakt. De verdachten mogen ook niet gefilmd worden (dat is volgens de persrichtlijn al niet toegestaan).