Laden...

Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties van de rechter

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksHome > Registers > Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties van de rechter
illustratieve afbeelding

 

Aanbevelingen leidraad

De Leidraad onpartijdigheid is in 2004 vastgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en door de presidenten van de rechtbanken en de gerechtshoven. In januari 2014 is deze leidraad aangepast en samengevoegd met de Leidraad nevenfuncties. In de Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties staan aanbevelingen om de onpartijdigheid van rechters te bevorderen. Het zijn geen harde regels voor alle denkbare situaties. Het stuk heeft vooral tot doel dat rechters, rechtbanken en gerechtshoven zich voortdurend bewust zijn van situaties waarin de onpartijdigheid van de rechter op de tocht kan komen te staan. Iedereen die in Nederland bij een rechtszaak betrokken raakt, moet er op kunnen vertrouwen dat het er in de rechtszaal eerlijk aan toe gaat. Daarom is een van de allerbelangrijkste uitgangspunten van de rechtsstaat dat de rechter onafhankelijk en onpartijdig is.
Hieronder volgt een samenvatting van de belangrijkste aanbevelingen in de Leidraad onpartijdigheid.

 

Gezins- en familieverbanden

De rechter zorgt ervoor dat hij/zij geen zaken behandelt waarbij (ex-)echtgenoten, (ex-)partners of nauwe verwanten van de rechter betrokken zijn als procespartij. De rechter behandelt bij voorkeur ook geen zaken waarbij (ex-)echtgenoten, (ex-)partners of nauwe verwanten eerder als rechter betrokken zijn geweest. Hierbij gaat het ook om behandeling van zaken in hoger beroep.
Bij nauwe verwanten valt te denken aan (schoon)ouders of (pleeg/stief)kinderen.

Kennissen

De rechter zorgt ervoor dat hij/zij geen zaak behandelt waarbij een persoonlijke of zakelijke kennis een van de partijen is.
Het kan ook voorkomen dat een andere procesdeelnemer (bijvoorbeeld iemand die rechtsbijstand verleent, een deurwaarder, een getuige of een deskundige) een kennis is van de rechter. De rechter moet zich in dat geval telkens afvragen of zijn/haar onpartijdigheid in het geding kan komen.
Apart is de positie van de officier van justitie; officieren van justitie en rechters werken in hetzelfde gebouw, het zijn dus heel vaak ‘zakelijke kennissen’. Maar dat betekent nog niet dat de rechter geen zaken zou mogen behandelen waarbij een bekende officier van justitie betrokken is.

Nevenfuncties van de rechter

De rechter behandelt geen zaken waarbij hij/zij via een nevenfunctie zo betrokken is dat de onpartijdigheid ter discussie kan komen te staan. Deze aanbeveling slaat ook op vroegere nevenfuncties die de rechter in de laatste drie jaar heeft gehad.
Bij nevenfuncties valt bijvoorbeeld te denken aan een lidmaatschap van een bestuur, maar ook aan politieke nevenfuncties zoals het lidmaatschap van de gemeenteraad. Het is onwenselijk dat een rechter zaken behandelt van bijvoorbeeld een sportvereniging waar hij/zij zelf in het bestuur zit, of zaken waarbij een gemeente betrokken is waar de rechter zelf in de gemeenteraad zit.
Bij politieke nevenfuncties moet een rechter zich er altijd van bewust zijn dat dit zijn/haar onpartijdigheid kan beïnvloeden.

(Neven)functies van (ex-)echtgenoten, (ex-)partners of nauwe verwanten

Een (neven)functie van een ex-partner, -echtgeno(o)t(e) of nauwe verwant kan de partijdigheid van de rechter beïnvloeden. Dat kan het nodig maken dat deze rechter een zaak niet behandelt.
Rechters behandelen geen zaken waarbij een partner of echtgeno(o)t(e) betrokken is of was als advocaat, deurwaarder of notaris.
Rechters die getrouwd zijn of een relatie hebben met een officier van justitie, zorgen ervoor dat ze geen zaken behandelen van het parket waar die partner of echtgeno(o)t(e) werkt.
Als een van de partijen in het proces de werkgever of werknemer is van de partner of echtgeno(o)t(e) van de rechter, kijkt de rechter zelf of dit zijn/haar onpartijdigheid kan schaden.

Voormalige werkkring

De rechter zorgt ervoor dat hij/zij geen zaken behandelt waar hij/zij ooit eerder in een vorige functie bij betrokken was. Het kan dan gaan om eigen zaken, maar bijvoorbeeld ook om zaken van een voormalige collega die in een werkoverleg besproken zijn waar de rechter zelf aan deelnam.
De rechter moet goed nadenken over de eigen onpartijdigheid als hij/zij zaken behandelt waarin een van de procespartijen vroeger cliënt van de rechter is geweest, bijvoorbeeld als de rechter voorheen advocaat was of jurist bij een vakbond.

Eerdere bemoeienis met een zaak of partijen

De rechter moet zich ervan bewust zijn dat zijn/haar onpartijdigheid ter discussie kan komen te staan in zaken waarbij hij/zij eerder als rechter betrokken was. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan een raadsheer bij een gerechtshof die eerder als rechter bij de rechtbank dezelfde zaak heeft behandeld, of een rechter die een zaak in kort geding heeft behandeld en later dezelfde zaak in een bodemprocedure opnieuw voor zich krijgt. Ook moet een rechter op het punt van onpartijdigheid bedacht zijn als hij/zij herhaaldelijk zaken van dezelfde partij(en) behandelt.

Rechter-plaatsvervangers en rechterlijke ambtenaren in opleiding

De genoemde aanbevelingen gelden ook voor rechter-plaatsvervangers (dat zijn bijvoorbeeld advocaten of officieren van justitie die af en toe als rechter optreden bij een rechtbank of gerechtshof) en voor rechters in opleiding.
Meer specifieke aanbevelingen voor rechter-plaatsvervangers en rechters in opleiding vindt u in de complete Leidraad onpartijdigheid voor rechters, die hier beneden te downloaden is.

 

 


 

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.