Deze nieuwe regeling, die met name door het Openbaar Ministerie wordt beproefd, zorgt voor de volgende nieuwe opsporingsbevoegdheden nadat een apparaat, zoals een telefoon, tablet, computer of server in beslag is genomen:
- Kennisnemen van informatie die na inbeslagname binnenkomt op het apparaat en deze informatie vastleggen.
- Een netwerkzoeking (onderzoek aan een apparaat dat zich ergens anders bevindt) verrichten.
Ook wordt in de pilot bijgehouden hoe vaak gebruik wordt gemaakt van het doorbreken van een biometrische beveiliging (irisscan, gezichtsherkenning of vingerafdruk) tegen de wil van de gebruiker. Van deze
bevoegdheid wordt al gebruik gemaakt op basis van een uitspraak van de
Hoge Raad van 9 februari 2021.