Laden...

Pilots nieuwe Wetboek van Strafvordering

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksReglementen procedures en formulieren > Strafrecht > Pilots nieuwe Wetboek van Strafvordering

5 pilots nieuwe Wetboek van Strafvordering

Vanaf 1 oktober 2022 wordt in 5 pilots praktijkervaring opgedaan met regelingen uit het Wetboek van Strafvordering (WvSv), dat gemoderniseerd wordt. Op deze pagina vindt u algemene informatie over de pilots die landelijk of bij een aantal vooraf geselecteerde rechterlijke organisaties worden uitgevoerd. Het kan zijn dat advocaten en rechtzoekenden hier ook mee in aanraking komen. Zij worden hierover geïnformeerd.

 

 

Waarom komt er een nieuw Wetboek van Strafvordering?

Het huidige wetboek uit 1926 is verouderd. Het is na vele wijzigingen een lappendeken geworden. De wetgever bereidt daarom een toekomstbestendig wetboek voor dat:

  • hanteerbaar is voor professionals in de strafrechtketen 
  • toegankelijk is voor burgers 
  • het recht op een eerlijk proces waarborgt

Wat wordt er getest in de pilots?

  • Het effect van de enkele nieuwe regelingen op de kwaliteit van het strafproces
  • Onder welke voorwaarden het werkbare regelingen zijn.
  • Hoe ze moeten worden vertaald in het nieuwe WvSv.

De Innovatiewet Strafvordering, ingegaan op 1 oktober 2022, maakt de pilots mogelijk. Ze lopen tot uiterlijk 1 oktober 2024 en worden na uiterlijk 2 jaar geëvalueerd. Het nieuwe WvSv is naar verwachting in 2026 klaar.

 

 Wat houden de pilots in?

>Alles uitklappen
  • De rechter kan in strafzaken een rechtsvraag aan de Hoge Raad voorleggen. Door deze prejudiciële vraag (hogeraad.nl) krijgt de rechter binnen korte termijn het antwoord dat nodig is om een beslissing te nemen in de zaak. Ook het Openbaar Ministerie en de verdachte kunnen de rechter verzoeken een prejudiciële vraag te stellen.

  • De rechter krijgt een grotere bevoegdheid om een zaak naar mediation te verwijzen en kan in bepaalde soorten zaken vaker standaard mediation aanbieden of overwegen. 

    Bij een geslaagde mediation kan de rechter zonder inhoudelijk vonnis de zaak beëindigen met de nieuwe wettelijke beslissing van een eindezaaksverklaring. De rechter, officier van justitie en de verdachte moeten instemmen met deze nieuwe afdoening.

    De pilot bestaat uit 2 onderdelen, die nauw met elkaar samenhangen en op verschillende locaties worden beproefd: 

    • De rechtbank Zeeland-West-Brabant bevordert mediation in verkeerszaken met een ernstige afloop. 
    • De rechtbanken Gelderland en Overijssel bevorderen mediation in jeugd- en adolescentenzaken, eerst bij minderjarigen, later ook bij jongeren.
  • Er wordt getest wat het effect is als een geluidsopname van de strafzitting, beschikbare camerabeelden van het delict en opgenomen verdachtenverhoren, voorzien van een verkort proces-verbaal en als zelfstandig wettig bewijsmiddel, aan het dossier worden toegevoegd. Dit is ter vervanging van het uitgebreide schriftelijk proces-verbaal.

    De pilot bestaat uit 2 onderdelen die op verschillende locaties worden beproefd: 

    • Bij de rechtbanken Noord-Holland en Overijssel, en de gerechtshoven Amsterdam en Arnhem-Leeuwarden worden zaken van overvallen met beschikbare camerabeelden volgens de nieuwe werkwijze afgehandeld. Daarnaast wordt van de verdachtenverhoren een opname gemaakt die samen met een verkort proces-verbaal deel uitmaakt van het dossier. 
    • Bij de rechtbank Limburg en het gerechtshof ’s-Hertogenbosch wordt de zitting opgenomen en vervangt de geluidsopname van de zitting, samen met een verkort schriftelijk proces-verbaal, het uitgebreide schriftelijke proces-verbaal van de zitting.
  • Deze nieuwe regeling, die met name door het Openbaar Ministerie wordt beproefd, zorgt voor de volgende nieuwe opsporingsbevoegdheden nadat een apparaat, zoals een telefoon, tablet, computer of server in beslag is genomen: 

    • Kennisnemen van informatie die na inbeslagname binnenkomt op het apparaat en deze informatie vastleggen.  
    • Een netwerkzoeking (onderzoek aan een apparaat dat zich ergens anders bevindt) verrichten. 
    Ook wordt in de pilot bijgehouden hoe vaak gebruik wordt gemaakt van het doorbreken van een biometrische beveiliging (irisscan, gezichtsherkenning of vingerafdruk) tegen de wil van de gebruiker. Van deze bevoegdheid wordt al gebruik gemaakt op basis van een uitspraak van de Hoge Raad van 9 februari 2021.
  • Er wordt getest of de hulpofficier van justitie – die daartoe speciaal voor is opgeleid - ook de volgende bevoegdheden kan uitoefenen:

    • De teruggave en bewaring van in beslag genomen voorwerpen zonder afstandsverklaring.
    • De inzet van een IMSI-catcher (een apparaat dat als ‘zendmast’ werkt en zo gegevens verzamelt van alle telefoons in een straal rondom de zendmast).
    • Het vorderen van historische gegevens en toekomstige gegevens op apparatuur.

    Deze bevoegdheden mogen worden ingezet in de arrondissementen van de rechtbanken Gelderland, Rotterdam, Zeeland-West-Brabant, Amsterdam, Overijssel, Oost-Brabant en Rotterdam. Het is mogelijk dat zittingsrechters van andere rechtbanken deze werkwijze ook tegenkomen in het procesdossier. De bevoegdheid is dan ingezet in een pilot regio terwijl de verdachte bij een andere rechtbank wordt berecht.

Wat gebeurt er met de informatie uit de pilots?

De gerechtelijke organisaties dragen de verzamelde gegevens over aan het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Het WODC evalueert de pilots en inzichten in bijvoorbeeld de werklasteffecten en financiële gevolgen van de nieuwe regelingen. Dit kan leiden tot hervorming of aanvulling van de regelingen, het beleid en de werkwijzen.

Meer weten:

 

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.