Laden...

Pilots nieuwe Wetboek van Strafvordering

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksReglementen procedures en formulieren > Strafrecht > Pilots nieuwe Wetboek van Strafvordering

Pilots nieuw Wetboek van Strafvordering

Vooruitlopend op het nieuwe Wetboek van Strafvordering is er sinds oktober 2022 in een aantal gerechten ervaring opgedaan met enkele onderdelen uit het nieuwe wetboek. Die zijn beproefd in 5 pilots. De innovatiewet die per 1 oktober 2022 is ingegaan, maakt dit mogelijk. De meeste pilots zijn beëindigd. Het nieuwe Wetboek van Strafvordering treedt 1 april 2029 in werking.

 



Wat is getest in de pilots?

  • Het effect van de enkele nieuwe regelingen op de kwaliteit van het strafproces
  • Onder welke voorwaarden het werkbare regelingen zijn.
  • Hoe ze moeten worden vertaald in het nieuwe Wetboek van Strafvordering.

 Welke pilots en wat zijn de uitkomsten?

>Alles uitklappen
  • De rechter kan in strafzaken een rechtsvraag aan de Hoge Raad voorleggen. Door deze prejudiciële vraag krijgt de rechter binnen korte termijn het antwoord dat nodig is om een beslissing te nemen in de zaak. Ook het Openbaar Ministerie en de verdachte kunnen de rechter verzoeken een prejudiciële vraag te stellen.

    Uitkomst pilot

    De Rechtspraak, het Openbaar Ministerie en de Hoge Raad willen de bevoegdheid van de rechter tot het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad, blijven inzetten tot aan de inwerkingtreding van het nieuwe wetboek. Dit betekent dat rechtbanken prejudiciële vragen kunnen blijven indienen. De pilot is beëindigd.

  • De rechter krijgt een grotere bevoegdheid om een zaak naar mediation te verwijzen en kan in bepaalde soorten zaken vaker standaard mediation aanbieden of overwegen. Bij een geslaagde mediation kan de rechter zonder inhoudelijk vonnis de zaak beëindigen met de nieuwe wettelijke beslissing van een eindezaaksverklaring. De rechter, officier van justitie en de verdachte moeten instemmen met deze nieuwe afdoening.

    Uitkomst pilot

    OM en Rechtspraak zijn gematigd tevreden met het instrument van de eindezaaksverklaring; het is een goede aanvulling op de wettelijke gereedschapskist in daarvoor geschikte gevallen. Het voornemen is om, in aanloop naar het nieuwe wetboek, de regeling te verlengen. In ketenverband wordt over de invulling van de randvoorwaarden en een eventueel vervolg gesproken. De pilot is voorlopig beëindigd.

  • Er is getest wat het effect is als een geluidsopname van de strafzitting, beschikbare camerabeelden van het delict en opgenomen verdachtenverhoren, voorzien van een verkort proces-verbaal en als zelfstandig wettig bewijsmiddel, aan het dossier worden toegevoegd. Dit is ter vervanging van het uitgebreide schriftelijk proces-verbaal.

    Uitkomst pilot geluidsopname zitting

    De Rechtspraak en het Openbaar Ministerie willen de bevoegdheid niet blijven gebruiken vanwege grote toename van de werklast en negatieve gevolgen voor de kwaliteit van het strafproces. De pilot is beëindigd.

    Uitkomst pilot beschikbare beelden van het delict

    Politie, OM en Rechtspraak zijn positief over het gebruik van camerabeelden van het delict in het strafproces. Dit sluit aan bij de huidige praktijk. De pilot is beëindigd.

    Uitkomst pilot opgenomen verdachtenverhoren

    Politie, OM en Rechtspraak negatief over de pilot. Dit vanwege de effecten op de werklast en praktische problemen. Toch is het voornemen om de wet op dit onderdeel te verlengen tot inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek Sv. Het kan een wettelijke basis bieden als technologische ontwikkelingen daarom vragen en er met dit onderdeel geëxperimenteerd gaat worden. Indien dit het geval is – al dan niet in pilotvorm- , zullen er gezamenlijke afspraken moeten worden gemaakt, bijvoorbeeld over de wijze van verslaglegging van het verdachtenverhoor, om een goede procesvoering in strafzaken te dienen. De pilot is beëindigd.

  • Deze nieuwe regeling, die met name door het Openbaar Ministerie is beproefd, zorgt voor de volgende nieuwe opsporingsbevoegdheden nadat een apparaat, zoals een telefoon, tablet, computer of server in beslag is genomen:

    • Kennisnemen van informatie die na inbeslagname binnenkomt op het apparaat en deze informatie vastleggen. 

    • Een netwerkzoeking (onderzoek aan een apparaat dat zich ergens anders bevindt) verrichten.

    Ook is in de pilot bijgehouden hoe vaak gebruik wordt gemaakt van het doorbreken van een biometrische beveiliging (irisscan, gezichtsherkenning of vingerafdruk) tegen de wil van de gebruiker. Van deze bevoegdheid wordt al gebruik gemaakt op basis van een uitspraak van de Hoge Raad van 9 februari 2021.

    Uitkomst pilot

    Het voornemen is om de bevoegdheden met betrekking tot het vastleggen en kennisnemen van gegevens na inbeslagneming, te verlengen tot aan de inwerkingtreding van het nieuwe wetboek. Er worden in ketenverband praktische afspraken gemaakt die nodig zijn voor de inzet van deze bevoegdheden. Deze pilot is beëindigd. 

  • Er is getest of de hulpofficier van justitie – die daartoe speciaal voor is opgeleid - ook de volgende bevoegdheden kan uitoefenen:

    • De teruggave en bewaring van in beslag genomen voorwerpen zonder afstandsverklaring.

    • De inzet van een IMSI-catcher (een apparaat dat als 'zendmast' werkt en zo gegevens verzamelt van alle telefoons in een straal rondom de zendmast).

    • Het vorderen van historische gegevens en toekomstige gegevens op apparatuur.

    Uitkomst pilot

    Het voornemen is om de bevoegdheden van de hulpofficier van justitie voor het vorderen van bepaalde soorten gegevens (niet-identificerende historische gegevens en toekomstige gegevens) aan te houden totdat de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU voldoende is uitgekristalliseerd. Bij de bevoegdheden van de hulpofficier van justitie voor de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen is het voornemen om deze te verlengen tot inwerkingtreding van het nieuwe wetboek. De pilot is beëindigd.

Wat gebeurt er met de informatie uit de pilots?

De gerechtelijke organisaties hebben de verzamelde gegevens overgedragen aan het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Het WODC heeft de pilots en inzichten geëvalueerd. Deze inzichten kunnen worden gebruikt bij de verdere vormgeving daarvan in het nieuwe Wetboek van Strafvordering.

Op basis van de ketenbrede gesprekken en bovenstaande standpunten over de uitkomsten, wordt namens de betrokken organisaties een gezamenlijke beleidsreactie over de pilots naar de Tweede Kamer gestuurd. Ondertussen maken de organisaties verdere afspraken over de inzet van de mogelijkheden en bevoegdheden. 

 

Heeft u een vraag?

Voor meer informatie of hulp, bezoek de contactpagina. Daar vindt u antwoorden op veelgestelde vragen en informatie over hoe u ons kunt bereiken.