Laden...

Ervaring van André Hardenbol en Bea Voskamp

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksBewind > Ervaringen > Ervaring van André Hardenbol en Bea Voskamp

‘We hebben ervoor gekozen allebei zowel bewindvoerder als mentor te worden’

Bea Voskamp en haar man André Hardenbol hebben een pleegzoon, Roel. Hij ontwikkelt zich vergeleken bij leeftijdsgenoten wat langzamer. Toen hij 18 werd, kon hij nog niet zelfstandig beslissingen over zijn geldzaken en zorg maken. Bea en André hebben bewind en mentorschap voor Roel geregeld. 

Bea: ‘Ik werk al jaren in de gezondheidszorg en ben professioneel mentor geweest. Zodoende was ik al bekend met onderbewindstelling en mentorschap. Daarom lag het voor de hand dat we zelf bewindvoerder en mentor zouden worden. Mocht er met een van ons iets gebeuren, dan is de ander er nog als bewindvoerder en mentor voor Roel. 

De pleegzorgorganisatie van Roel deed voor ons de aanvraag. Daarna kregen we van de rechtbank de beschikking. In die brief stond het besluit van de rechter: de onderbewindstelling en het mentorschap waren toegekend, een zitting bij de rechtbank was niet nodig.’ 

André: ‘We zijn nu 3,5 jaar bewindvoerder en mentor. Bea is vooral met het mentorschap bezig, ze neemt beslissingen over de zorg voor Roel. Ik richt me vooral op het bewind voeren. Ik vind het niet ingewikkeld. Bij het maken van een rekening en verantwoording kunnen we alle gegevens gemakkelijk invullen, want we weten alles over de situatie van Roel, hij woont nog bij ons. De rechter keurt de verslagen ook altijd goed. De rekening en verantwoording is wel altijd een heel pak papier om te versturen. Ik wil overstappen naar Mijn CBM om alles digitaal te regelen.’

 

André Hardenbol en Bea Voskamp

Bewind helpt bij het regelen van praktische zaken

Bea: ‘Dat we voor Roel alles rond zijn financiën en zorg op deze manier wettelijk hebben geregeld, legt gewicht in de schaal. We merken het bijvoorbeeld op zijn werk. Roel is gekeurd door het UWV en heeft nu een indicatiebaan bij een regulier bedrijf. Hij is voor een deel arbeidsgeschikt. De gemeente vult de betaling aan. Toen ik merkte dat het even niet goed met Roel ging op zijn werk, gaf ik dat signaal af. Zijn jobcoach moet er dan iets mee doen, ze kunnen niet om mij als mentor heen. Want ik ben er vanuit die rol verantwoordelijk voor in de gaten te houden dat het goed met Roel gaat. Om verantwoording af te leggen aan de rechter maak ik elk jaar een mentorschapsverslag. Dat is niet ingewikkeld. Ik beantwoord een aantal vragen in een formulier, dat ik opstuur naar de rechtbank

De onderbewindstelling hielp ook bij het openen van een spaarrekening. We wilden dat regelen toen Roel begon met werken, maar het was best lastig voor elkaar te krijgen. De bank gaf toestemming toen we de beschikking hadden opgestuurd.

 

Altijd een oogje in het zeil houden

Dat we bewindvoerder en mentor zijn voor Roel, heeft niets veranderd in onze band met hem. Dus we kunnen dit nog prima een tijd doen. Mijn man en ik hebben natuurlijk niet het eeuwige leven. Als we geen mentor meer kunnen zijn, is het bijvoorbeeld mogelijk dat Roel een professioneel mentor krijgt. Wat de geldzaken betreft denken we erover om via de gemeente budgetbeheer te regelen als we stoppen als bewindvoerder, mits Roel kan leren veilig met geld om te gaan. Hij krijgt dan een budgetbeheerder, die een oogje in het zeil houdt.

Budgetbeheer ken ik vanuit mijn werk, ik ben persoonlijk begeleider in de geestelijke gezondheidszorg. Bewind beperkt mensen in hun vrijheid. Daarom ben ik er een voorstander van dat mensen zoveel mogelijk zelf de regie houden over hun uitgaven. Dat gaat natuurlijk niet altijd. Denk bijvoorbeeld aan mensen met een drugsverslaving. Maar ik heb in mijn werk bijvoorbeeld gezien dat onderbewindstelling werd omgezet in budgetbeheer voor iemand met een gat in de hand. Zo kon die cliënt onder begeleiding zelf leren omgaan met geld.’