Bijstandsgerechtigden zijn verplicht om alles te vertellen wat van belang is voor de bijstandsverlening, bijvoorbeeld of er ander inkomen of vermogen is. Bijstandsverlenende instanties, in deze zaken de SVB maar ook gemeenten, mogen altijd, zonder enige aanleiding, controleren of de bijstandsgerechtigde volledige en juiste inlichtingen heeft verstrekt over zijn inkomen en vermogen. Zij mogen daartoe, ook in het buitenland, onderzoek instellen. Een bijstandsgerechtigde is verplicht mee te werken aan zo’n onderzoek.
Het buitenlandse identificatienummer is voor de SVB van belang om onderzoek mee te doen. Het gaat namelijk om een uniek nummer waarmee geen persoonsverwisseling mogelijk is. Dat is van belang omdat namen en geboortedata niet steeds heel precies en in dezelfde schrijfwijze worden vastgelegd en omdat het voorkomt dat meer mensen dezelfde naam en geboortedatum hebben. Omdat bijstandsgerechtigden moeten meewerken aan een onderzoek naar inkomen en vermogen, zijn zij verplicht het nummer af te geven. Als zij dit weigeren, schenden zij de medewerkingsverplichting. In het merendeel van de voorgelegde zaken was hier sprake van en mocht de SVB de aanvullende bijstand intrekken. De SVB hoeft deze betrokkenen niets na te betalen.