De rechtbank Amsterdam heeft in deze zaak geoordeeld dat het bestuur geen zorgvuldige belangenafweging heeft gemaakt toen het de medewerker ontsloeg en droeg het bestuur op een nieuw besluit te nemen. Het bestuur handhaafde in dit nieuwe besluit het ontslag van de brandweerman.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt in hoger beroep het oordeel van de rechtbank. Het bestuur heeft bij de afweging de achtergronden en omstandigheden rondom het lidmaatschap van de medewerker niet betrokken. Er is niet onderzocht of, en zo ja, in hoeverre de medewerker direct of indirect betrokken is geweest bij -criminele- activiteiten die verband houden met zijn lidmaatschap of bestuursfunctie (Road Captain) bij Hells Angels die niet verenigbaar zijn met zijn functie bij de werkgever. Ook is geen onderzoek gedaan naar de activiteiten van het charter waarin de medewerker actief is.
Zo’n onderzoek had wel moeten plaatsvinden omdat de brandweerman ongeveer 20 jaren zijn werkzaamheden bij zijn werkgever naar volle tevredenheid heeft uitgeoefend naast zijn lidmaatschap en functie bij Hells Angels. Het dagelijks bestuur was van meet af aan op de hoogte van dit lidmaatschap en deze functie. Dit lidmaatschap heeft nooit geleid tot ontoelaatbare of onwenselijke situaties in de functievervulling, vanwege (schijn van) belangenverstrengeling of andere ongewenste invloed.