Laden...

Conclusie raadsheer advocaat-generaal over afgeleid belang in het sociaal domein

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksCentrale Raad van Beroep > Nieuws > Conclusie raadsheer advocaat-generaal over afgeleid belang in het sociaal domein
Utrecht, 08 november 2018

Een zorgverlener kan bij de bestuursrechter procederen over een besluit van de gemeente dat is gericht aan een van zijn cliënten. De cliënt mag volgens het besluit zijn persoonsgebonden budget niet meer bij hem besteden omdat de zorg van onvoldoende kwaliteit zou zijn. Een verzekeringsmaatschappij mag bij de bestuursrechter procederen over een besluit waarbij een arbeidsongeschiktheidsuitkering die aan een werknemer is toegekend, op de verzekeraar als garantsteller wordt verhaald. De werkgever, een zogenoemd eigenrisicodrager, was op het moment van afgifte van het besluit failliet en daardoor niet meer in staat de uitkering te betalen.

Dit staat in de conclusie van raadsheer advocaat-generaal Widdershoven die hij gisteren (7 november 2018) heeft uitgebracht. De president van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft de raadsheer advocaat-generaal in juni 2018 gevraagd een conclusie te nemen in deze zaken waarin de desbetreffende bestuursorganen de bezwaren van de zorgverlener en de verzekeraar niet-ontvankelijk hadden verklaard omdat zij geen belanghebbende bij die besluiten zouden zijn.

Verzoek aan raadsheer advocaat-generaal

De advocaat-generaal is gevraagd te onderzoeken aan de hand van welke maatstaven moet worden beoordeeld of een derde belanghebbende is in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht bij een niet aan die derde geadresseerde beschikking waarbij het recht op uitkering of een andere financiële aanspraak van de geadresseerde in het sociale domein wordt vastgesteld. Daarbij is, met het oog op de zaak van de verzekeraar, ook aandacht gevraagd voor het vraagstuk van rechtsbescherming bij ketenbesluitvorming: moet de derde opkomen tegen het besluit over de uitkering of financiële aanspraak van de geadresseerde, of kan/moet hij het besluit afwachten waarbij die uitkering of financiële aanspraak op hem wordt verhaald?

Ankerpunten en vuistregels

In zijn conclusie formuleert de advocaat-generaal twee normatieve ankerpunten die bij de invulling van het belanghebbendebegrip en het leerstuk van afgeleid belang in elk geval moeten worden gerealiseerd. Vervolgens formuleert de advocaat-generaal vijf vuistregels die voor de rechtspraak richtinggevend zouden moeten zijn bij de toepassing van het leerstuk. De ankerpunten gelden als minimumvereiste of ondergrens en als zodanig zijn zij (mede) bepalend voor de vuistregels. Door toepassing van de ankerpunten en vuistregels komt de advocaat-generaal tot de conclusie dat de zorgverlener en de verzekeringsmaatschappij in de twee aangespannen zaken zijn aan te merken als belanghebbende en dat zij dus kunnen procederen tegen de afgegeven besluiten.

Verdere gang van zaken

Partijen die bij deze procedures betrokken zijn, krijgen de mogelijkheid om op deze conclusie te reageren. Hierna zal de grote kamer van de CRvB uitspraak doen. Deze grote kamer bestaat uit vijf rechters, van wie er twee afkomstig zijn van de CRvB, een van het College van Beroep voor het bedrijfsleven en twee van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De conclusie van de raadsheer advocaat-generaal geeft voorlichting aan de CRvB, maar bindt hem niet.

Uitspraken