De man ontving bijstand voor een alleenstaande. Naar aanleiding van een anonieme melding liet de gemeente onderzoek doen. De gemeente heeft vervolgens de bijstand van de man ingetrokken en de ten onrechte betaalde bijstand teruggevorderd. Volgens de gemeente had de man geen recht op bijstand, omdat uit waarnemingen bij het huis van zijn vriend in Huizen en een door de man afgelegde verklaring bleek dat hij niet in de gemeente Bunschoten woonde. Bovendien had de man zelf aangegeven niet langer bijstand te willen ontvangen. De rechtbank stelde de gemeente eerder in het gelijk. Tegen deze uitspraak is betrokkene in hoger beroep bij de CRvB gegaan.
Volgens betrokkene had de gemeente de verklaring die hij aflegde tijdens het gesprek met de sociaal rechercheur en de fraudeconsulent niet mogen gebruiken bij het besluit, vooral omdat de sociaal rechercheur ongeoorloofde druk op hem heeft uitgeoefend door in te gaan op zijn seksuele geaardheid. Volgens de man is er onvoldoende bewijs dat hij niet in Bunschoten woonde en is hij door een onjuiste voorstelling van zaken op het verkeerde been gezet, zodat hij niet aan zijn opzegging kan worden gehouden. De man heeft een geluidsopname van zijn gesprek met de sociaal rechercheur bij de CRvB overgelegd.