Laden...

Verslag van informatiebijeenkomst fosfaatproject

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksCollege van Beroep voor het bedrijfsleven > Nieuws > Verslag van informatiebijeenkomst fosfaatproject
Den Haag, 11 maart 2019

Op 7 maart 2019 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) een informatiebijeenkomst gehouden over het fosfaatproject. Voor de bijeenkomst zijn afgevaardigden van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO) en kantoren die 10 of meer zaken bij het CBb hebben lopen over het fosfaatrechtenstelsel uitgenodigd. Andere partijen hebben zich op kunnen geven via een bekendmaking op de website van het CBb. Bij de bijeenkomst waren 33 personen aanwezig.

Ruurd Koopmans (rechterlijk bestuurslid bij het CBb) en Ron Stam (senior raadsheer bij het CBb en projectleider van het fosfaatproject) hebben een presentatie (pdf, 135,9 KB) gegeven. Het doel van de bijeenkomst was om partijen te informeren over het fosfaatproject en de gelegenheid te bieden tot het stellen van vragen. De bijeenkomst richtte zich met name op partijen die veel fosfaatrechtenzaken bij het CBb hebben lopen en betrof algemene informatie over het fosfaatproject. Er is tijdens de bijeenkomst niet ingegaan op individuele zaken.

Aanleiding fosfaatproject

De reguliere zaakinstroom bij het CBb is 1000 per jaar. In de laatste 2 jaar is die instroom sterk toegenomen, met meer dan 2000 zaken in 2017 en meer dan 3000 zaken in 2018. Door deze toename zou de reguliere afdoeningstermijn van 1 jaar naar 4 jaar oplopen. Dat is onaanvaardbaar en gaf aanleiding voor het fosfaatproject.

Een groot deel van de zaakinstroom in 2018 betreft fosfaatrechtenzaken. Een groot deel van de zaakinstroom in 2017 (en 2018) betreft zaken over de Regeling fosfaatreductieplan 2017. In eerste instantie is gekeken of er voor deze zaken in een geselecteerd aantal zaken principieel kon worden beslist, zodat de rest van de zaken daarna sneller en zo mogelijk zonder zitting zou kunnen worden afgedaan. Naar aanleiding van diverse verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening is op 12 april 2018 een regiezitting gehouden in een selectie van fosfaatreductiezaken. Dit leidde tot een fosfaatreductiezitting op 26 juli 2018 en een fosfaatrechtenzitting op 26 september 2018. Na de fosfaatrechtenzitting volgde de heropeningsbeslissing van 17 oktober 2018 (ECLI:NL:CBB:2018:522; de heropeningsbeslissing). Uiteindelijk werden de uitspraken in de fosfaatrechtenzaken gedaan op 9 januari 2018 (ECLI:NL:CBB:2019:7; ECLI:NL:CBB:2019:6; ECLI:NL:CBB:2019:5; ECLI:NL:CBB:2019:4; ECLI:NL:CBB:2019:3; ECLI:NL:CBB:2019:2; ECLI:NL:CBB:2019:1; de uitspraken van 9 januari 2019). Door deze uitspraken bleek dat de fosfaatrechtenzaken individueel op zitting moeten worden gepland. Toen is het fosfaatproject opgezet.

​Reikwijdte fosfaatproject

Het fosfaatproject bevat de fosfaatrechtenzaken waarvoor in 2018 een beroep is ingediend bij het CBb. Dat zijn de fosfaatrechtenzaken tot en met procedurenummer AWB 18/2922. Het gaat om ruim 750 zaken, die moeten worden afgedaan door een kleine groep mensen en een beperkt deel van het CBb. Voor het project zijn 5 raadsheren, 10 juristen en 3 administratief medewerkers ingezet. Om het project beheersbaar te maken zitten de fosfaatreductiezaken en de fosfaatrechtenzaken waarvoor in 2019 een beroep is ingesteld niet in het fosfaatproject.

​Focus en clustering

In het grootste deel van de zaken gaat het over de vraag of sprake is een individuele en disproportionele last (IDL). De zaken waarin geen IDL speelt worden zo veel mogelijk naar thema geordend en geclusterd afgedaan. Voorlopig zijn de volgende clusters onderscheiden:

  • IDL;
  • procesrecht (bijvoorbeeld over te laat bezwaar, ten onrechte niet-ontvankelijk verklaring);
  • grondgebondenheid;
  • jong vleesvee (valt strikt genomen niet binnen het project, maar is toch meegenomen,  omdat het oordeel in deze zaken ook relevant kan zijn voor de fosfaatrechtenzaken);
  • in- en uitscharen;
  • verplaatsing op de peildatum;
  • melkproductie;
  • diercategorie-indeling;
  • dierziekte;
  • andere knelgevallen.

Werkproces

Doel van het project is om een grote hoeveelheid zaken sneller af te doen. De werkprocessen worden daarop aangepast.

Het voornemen van het CBb is om 10 tot 14 zittingen per maand te houden, waarvan het overgrote deel enkelvoudig. Op een enkelvoudige zitting (EK-zitting) worden gemiddeld 8 zaken gepland. Voor de IDL-zaken zou dat anders kunnen liggen vanwege de complexiteit van die zaken. Een EK-zitting met 8 zaken zal een dagdeel in beslag nemen (van 10.00 tot 13.00), waarbij de zitting zo veel mogelijk wordt verdeeld in 2 blokken van elk 4 zaken. Bij gelijksoortige zaken worden de 4 zaken mogelijk gelijktijdig behandeld om herhalingen te voorkomen. Per partij wordt 5 minuten spreektijd gegeven (voor de eerste termijn). Partijen moeten dus efficiënt gebruik maken van hun spreektijd. Zij kunnen hierover onderling afspraken maken. Uit de zaal komt de vraag hoe partijen contact kunnen opnemen met andere partijen die op hetzelfde zittingsblok geagendeerd staan. Het CBb geeft aan niet zomaar gegevens van partijen te kunnen verstrekken, maar dat er wellicht geen bezwaar bestaat tegen het uitwisselen van de gegevens van de betrokken gemachtigden. Dit wordt nader uitgezocht.

Vanaf mei zullen zittingen worden gepland in de IDL-zaken. Voor de andere thema’s zijn in april al zittingen gepland. Over procesrecht en jong vleesvee zijn respectievelijk op 27 februari 2019 en 5 maart 2019 zittingen geweest.

Het werkschema vergt inspanning van het CBb en partijen. Partijen kunnen een strakke regie verwachten. Partijen kunnen helpen de administratieve belasting zo veel mogelijk te beperken. Zo kunnen partijen direct een zittingsuitnodiging verwachten, zonder voorafgaande aankondiging. In beginsel wordt geen uitstel verleend, tenzij partijen binnen een week na de zittingsuitnodiging een dringende reden voor verhindering doorgeven. In dat geval wordt zo mogelijk meteen een alternatieve zittingsdatum gegeven. De termijnen (voor het indienen van gronden, stukken en het verweerschrift) worden korter. Het kan voorkomen dat wordt teruggekomen op een eerder, ruim gestelde en nog lopende termijn. In de eerstkomende maanden kan het voorkomen dat zaken waarin een termijn van 12 weken is gegeven voor het aanleveren van stukken door verweerder, de termijn wordt ingekort, als de zaak op zitting is gepland. Er wordt niet op een verweerschrift gewacht. Partijen wordt gevraagd geen stukken bij te voegen die al eerder zijn verstrekt of door verweerder verplicht zullen worden verstrekt. Ook dienen partijen, als zij naar stukken verwijzen, concreet aan te geven aan welke tekst in het desbetreffende stuk welke betekenis wordt toegedicht. Het CBb wijst op de mogelijkheid om de stukken anders buiten beschouwing te laten (artikel 8:32a van de Algemene wet bestuursrecht). In IDL-zaken is er een hoge stel- en bewijsplicht voor de melkveehouder (zoals ook blijkt uit de heropeningsbeslissing). Partijen moeten rekening houden met aanlevertermijnen van twee weken. Het CBb adviseert om niet pas 10 dagen voor de zitting met nieuwe stukken te komen. Ten behoeve van een snelle zaakafdoening vraagt het CBb partijen hieraan mee te werken.

Het zittingsrooster zal op de website van het CBb bekend worden gemaakt onder vermelding van het zaaknummer en de clusterindeling. Het CBb wil zoveel mogelijk publieke informatie over het fosfaatproject delen en de uitspraken zo snel mogelijk publiceren. Mogelijk worden er ook zittingen gehouden bij de Raad van State. Dit wordt dan in de uitnodiging vermeld. Dinsdag blijft de vaste uitspraakdag. Op vrijdag wordt op de website van het CBb onder vermelding van het zaaknummer gepubliceerd in welke zaken de dinsdag daarop uitspraak wordt gedaan.

Uitspraken