Het CBb richt zich op de toekomst; een toekomst die leidt naar datagedreven rechtspraak als voorspelbaar antwoord op de reuzenstappen die de markten zetten op weg naar een datagedreven ‘ecosysteem’, veronderstelt Sandra van Heukelom-Verhage, advocaat-partner bij Pels Rijcken. ‘Bedrijven zoeken naar kansen rondom databeheer. Er ontstaan datasets en er ontstaat dataconcurrentie. Dat vraagt om toezichthouders en rechters die begrijpen hoe data worden vergaard en hoe de dienstverlening in de nieuwe economieën zich zal ontwikkelen’, zei de landsadvocaat in haar inleiding over de datagedreven samenleving en het effect op de markten.
Naast de huidige economie ontstaat volgens Van Heukelom-Verhage een markt waarop datamakelaars, databeschermers en dataverleiders opereren. De landsadvocaat in de Nieuwe Kerk: ‘Hoe gaan toezichthouders daarmee om? Treden ze toe tot de datasets van de bedrijven waarop ze toezicht houden om daar patronen in te herkennen? Gaan ze reguleren by technology?’ Het CBb zal veel moeten investeren in het ‘snappen’ van deze datagestuurde economie, meent Sandra van Heukelom-Verhage. ‘Ik begrijp dat digitalisering binnen de Rechtspraak eigenlijk een onbespreekbaar onderwerp is, maar als de economie toewerkt naar datagestuurde bedrijven en markten, dan is de vraag; werken we ook niet toe naar datagestuurd rechtspreken?’
Voordat het zover is, is er volgens landsadvocaat Van Heukelom-Verhage een belangrijke taak voor de toetsende rechter weggelegd. ‘We beschikken in ons rechtssysteem over voldoende open normen om het datagedreven ecosysteem te kunnen reguleren. Dat kunnen de toezichthouders doen.’ Als toezichthouders binnen die open normen gaan experimenteren met het kwalificeren van recht dat past op datagedreven markten, dan zal de rechter daar bij een geschil als eerste iets over zeggen. De landsadvocaat: ‘Hij moet rechtspreken over de vraag of de wetgeving goed is vertaald in nieuwe technologieën en of de partijen die profiteren van de datagestuurde samenleving correct met onze belangen omgaan.’