De president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Theo Simons, heeft een conclusie gevraagd aan raadsheer advocaat-generaal Rob Widdershoven in vier zaken over coronasteun waarin de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift of het beroepschrift is overschreden.
In artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht staat dat ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege blijft, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Dit betekent dat, als eenmaal is vastgesteld dat de termijn is overschreden, moet worden beoordeeld of de termijnoverschrijding verwijtbaar of juist verschoonbaar is.
In twee zaken moet het College beoordelen of de minister van Economische Zaken en Klimaat het bezwaar van een onderneming terecht niet inhoudelijk heeft behandeld omdat de termijnoverschrijding verwijtbaar was. In de twee andere zaken moet het College beoordelen of de overschrijding van de termijn voor het instellen van beroep bij het College verwijtbaar of verschoonbaar is.
De belangrijkste vraag die met de conclusie moet worden beantwoord is in welke (categorieën of groepen van) gevallen door het bestuursorgaan of de bestuursrechter moet worden geconcludeerd tot verschoonbaarheid (verontschuldigbaarheid) van een vastgestelde overschrijding van de bezwaar- of beroepstermijn en welke nationale of internationale juridische normen en welke omstandigheden van feitelijke aard daarvoor bepalend zouden moeten zijn