Kernvraag is of er reden is dat bezwaarinstanties en rechters bij de handhaving van bezwaar- en beroepstermijnen, in het bijzonder bij de beoordeling van de verschoonbaarheid (verontschuldigbaarheid) van overschrijding van die termijnen, in bepaalde gevallen een minder strikte koers gaan varen dan tot nu toe gebruikelijk. De raadsheer advocaat-generaal beantwoordt deze vraag bevestigend. Hij doet daarvoor ook een aantal concrete voorstellen en suggesties.
De conclusie is aan partijen toegezonden met de mogelijkheid om hierop binnen twee weken te reageren. Daarna zal het College het verdere verloop van deze zaken bepalen.
De zaken worden bij het College behandeld door een zogeheten grote kamer. Deze grote kamer bestaat uit twee leden van het College, twee leden afkomstig van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en één lid afkomstig van de Centrale Raad van Beroep.
De conclusie van de raadsheer advocaat-generaal geeft voorlichting aan het College, maar bindt het College niet.