Het AD is van plan om een artikel te publiceren met gebruikmaking van opnamen, die Peter R. de Vries vermoedelijk heimelijk maakte. Het gaat om opnamen van gesprekken waaraan 'geheimhouders' deelnamen, dat wil zeggen personen voor wie op grond van de Advocatenwet en de Gedragsregels voor de advocatuur een geheimhoudingsplicht geldt. Het AD publiceerde eerder op 5 januari 2024 een artikel op basis van dergelijke opnamen.
Royce de Vries spande de zaak aan tegen DPG, de groep waaronder het AD valt. De vorderingen hielden in dat DPG wordt verboden om de opgenomen gesprekken waarop het voorgenomen artikel is gebaseerd openbaar te maken en om te refereren aan deze opnamen en/of andere opnamen en het bestaan daarvan.
Naast de oorspronkelijke partijen in deze zaak treedt de Amsterdamse Orde van Advocaten op voor de belangen van de betrokken (voormalig) advocaten en de advocatuur in het algemeen. De Nederlandse Vereniging van Journalisten en de Stichting Persvrijheidsfonds komen op voor de belangen van journalisten en de persvrijheid in het algemeen.