HBC meent dat de verhuurders van de vroegere V&D-panden vóór de verhuur van hun winkelpanden aan Hudson’s Bay Nederland onderling afspraken hebben gemaakt die in strijd zijn met het Europese en/of Nederlandse mededingingsrecht, te weten het kartelverbod, of waarbij zij misbruik hebben gemaakt van hun machtspositie. Deze afspraken gingen bijvoorbeeld over de te vragen huurprijs. Om haar positie te kunnen bepalen met het oog op door of tegen haar te voeren rechterlijke procedures (in het bijzonder over de betaling of terugbetaling van huurpenningen) wenst HBC hierover in een voorlopig getuigenverhoor getuigen te horen.