Laden...

Hof wil voorlichting deskundigen over rechtmatigheid uitvoering ondertoezichtstelling

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Amsterdam > Nieuws > Hof wil voorlichting deskundigen over rechtmatigheid uitvoering ondertoezichtstelling
Amsterdam, 19 april 2016

In de civiele zaak die een 23-jarige man heeft aangespannen tegen de gezinsvoogdij-instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering heeft het gerechtshof vandaag beslist dat eerst voorlichting door deskundigen nodig is voordat een eindbeslissing kan worden gegeven.

Ondertoezichtstelling onrechtmatig?

De man, die in de jaren 1998-2009/2010 onder toezicht heeft gestaan van de William Schrikker Stichting, vindt dat de uitvoering van de ondertoezichtstelling niet zorgvuldig was. Hij verwijt de instelling vooral dat ze hem gedurende een gedeelte van zijn kinder- en jeugdjaren hebben laten opgroeien tussen kinderen met beperkte verstandelijke vermogens, terwijl hij zelf geen verstandelijke beperking had. Volgens de man is de uitvoering van de ondertoezichtstelling jegens hem onrechtmatig.

Nog geen eindoordeel

Het hof heeft onder ogen gezien dat het voor de man niet gemakkelijk moet zijn geweest dat hij is opgegroeid tussen kinderen met beperkte verstandelijke vermogens. Het hof houdt echter rekening ermee dat voor die keuze het nodige te zeggen viel, omdat hij in zijn eerste levensjaren een grote ontwikkelingsachterstand had opgelopen.
Alvorens een eindoordeel te geven wil het hof voorlichting door deskundigen, een psychiater, psycholoog en (ortho)pedagoog. Het ligt in de bedoeling van het hof om de kwestie te beslissen met behulp van de door de deskundigen gegeven antwoorden.

Hoger beroep

De rechtbank Amsterdam heeft op 3 december 2014 (ECLI:NL:RBAMS:2014:8151) de vordering van de man afgewezen omdat zij de uitvoering van de ondertoezichtstelling jegens de man niet onrechtmatig vond. Van het vonnis kwam de man in hoger beroep. Op 4 februari 2016 heeft het hof een zitting gehouden. Tijdens deze zitting is de problematiek die de betrokken partijen verdeeld houdt, besproken. Een oplossing werd niet gevonden. Beide partijen hebben het hof gevraagd een beslissing te geven.

Uitspraken