De luchtvaartmaatschappijen werden strafrechtelijk vervolgd omdat zij te weinig maatregelen zouden hebben genomen om te voorkomen dat personen met valse of ontoereikende papieren Nederland binnenkomen.
Volgens de in deze problematiek geldende Richtlijn is het Openbaar Ministerie verplicht dergelijke overtredingen te vervolgen. KLM heeft echter afspraken met de Nederlandse overheid kunnen maken – in de vorm van een Memorandum of Understanding (MoU) – om strafvervolging op dit punt te voorkomen. Die afspraken komen er op neer dat als KLM aan een aantal voorwaarden voldoet, strafvervolging achterwege blijft. Met Royal Air Maroc, Ryanair en Delta Air Lines is een dergelijke afspraak niet gemaakt.
Het hof oordeelt dat de andere luchtvaartmaatschappijen aanspraak hebben op een zelfde benadering, al dan niet in de vorm van een MoU. Onvoldoende is gebleken dat het aan die maatschappijen zou liggen dat er met hen geen MoU is afgesloten.
In het geval van Turkish Airlines ligt de situatie iets anders. Met haar is wel onderhandeld over een MoU, maar daarbij zijn voorwaarden gesteld waaraan de luchtvaartmaatschappij zelf niet kan voldoen. Dat kan alleen de Turkse overheid en het is dan aan de Nederlandse overheid om op dat niveau afspraken te maken. Dat is niet gebeurd.