In de Pacifische oceaan wordt een platvis gevangen die wordt aangeduid met de naam Yellowfinsole. Die platvis is door de Nederlandse verdachten verhandeld door deze in te kopen en te exporteren naar Italië en Duitsland. Op de facturen aan de afnemers stond telkens, zonder nadere toevoeging, dat het om "schol" ging. Die aanduiding oordeelt het hof vals omdat deze, zonder nadere omschrijving, onvoldoende onderscheidend is. De nadere omschrijving (bijvoorbeeld door toevoeging van de Latijnse naam Limanda aspera) had duidelijk kunnen maken dat het om Yellowfinsole ging. Nu wekte de term 'schol' de suggestie dat het om in de Noordzee gevangen schol ging. Het gebruik van de, onvoldoende onderscheidende, term 'schol' is opzettelijk gebeurd en de suggestie dat het Noordzeeschol was werd beoogd. Door zo te handelen ontstond het risico dat directe afnemers en, na doorlevering, opvolgende afnemers in verwarring zouden raken over de exacte soort afgenomen vis. Ook de controle-autoriteiten werd het controleren op deze manier moeilijker gemaakt. Juiste visaanduiding is echter wettelijk voorgeschreven.