Laden...

Over de MoM (metaal-op-metaal) heupprothese

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Arnhem-Leeuwarden > Nieuws > Over de MoM (metaal-op-metaal) heupprothese
Arnhem, 17 december 2019

In de afgelopen jaren hebben verschillende rechters zich beziggehouden met de vraag of de bij patiënten geplaatste metaal op metaal heupprotheses leiden tot gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld door verhoogde kobalt- en chroomwaarden in hun bloed). Hiervoor kan de producent aansprakelijk gesteld worden. Deze aansprakelijkheid houdt op grond van de wet op, tien jaren nadat het product in het verkeer is gebracht door de producent; dit heet de vervaltermijn.

De vervaltermijn

In deze zaak gaat het om die vervaltermijn. De MoM-prothese bestaat uit vier onderdelen: de kop en de kom die in de heup van de patiënt worden geplaatst en tegen elkaar draaien, met behulp van een steel (die in het dijbeen wordt geplaatst) en een adapterhuis. De kop en de kom zijn door de producent op verschillende tijdstippen in het verkeer gebracht en door de Nederlandse importeur ontvangen op 11 februari 2004 en op 7 augustus 2004. De vervaltermijn van de kop is dan tien jaar daarna verstreken dus op 12 februari 2014 en die van de kom op 8 augustus 2014.

De procedure bij de rechtbank

De patiënt heeft de producent op 18 mei 2014  voor de rechtbank gedagvaard, dus dat is ná de vervaltermijn van 12 februari 2014, zodat de producent niet meer aansprakelijk zou zijn voor een gebrek in de kop. Volgens de patiënt is de MoM-prothese gebrekkig door de wrijving van de kop in de kom. De losse onderdelen zijn dus niet gebrekkig. De MoM-prothese moet als één geheel worden gezien. De rechtbank heeft in een vonnis van 21 juni 2017 de patiënt op dat punt gelijk gegeven.

De uitspraak van het hof

Ook het hof geeft de patiënt hierin gelijk en volgt dus het oordeel van de rechtbank. De vier onderdelen van de MoM-prothese horen bij elkaar en zijn juist geproduceerd om te worden samengevoegd om het gebroken of versleten heupgewricht (ook een kop en een kom) van de patiënt te vervangen. Het is onwenselijk dat dan de aansprakelijkheid van de producent stopt door het voltooien van de vervaltermijn van één onderdeel (de kop). Het hof kiest er dan ook voor om in deze specifieke situatie uit te gaan van de datum van het in het verkeer brengen van de kom, zodat de aansprakelijkheid van de producent voor zowel de kop en de kom samen in deze zaak pas is geëindigd op 8 augustus 2014.
De patiënt heeft dus de zaak op tijd bij de rechtbank aangekaart.

Het hof heeft de zaak vervolgens teruggestuurd naar de rechtbank om de zaak verder inhoudelijk (veroorzaakt de heupprothese bij deze patiënt schade aan zijn gezondheid?) te behandelen. Maar er is ook de mogelijkheid dat één van de partijen eerst naar de Hoge Raad wil voor een oordeel daarover.

Uitspraken