Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank Gelderland bevestigd en dus ook de Belastingdienst in het gelijk gesteld. Artikel 16 van de AWR bepaalt dat de navorderingsbevoegdheid na 12 jaar vervalt. Artikel 66 van de SW bepaalt per 1 januari 2012 dat voor de heffing van erfbelasting – in afwijking van artikel 16 van de AWR – de navorderingsbevoegdheid niet vervalt.
Uit de wetsgeschiedenis heeft het hof afgeleid dat de onbeperkte navorderingsbevoegdheid is ingevoerd om de zogenoemde Edelweissroute onmogelijk te maken. De Edelweissroute is erop gericht het recht van successie/erfbelasting over zwart vermogen van de erflater te ontduiken. Pas na het verstrijken van de navorderingstermijn van 12 jaar wordt de Belastingdienst geïnformeerd over dit zwarte vermogen.
Het hof oordeelt dat de onbeperkte navorderingsbevoegdheid niet in strijd is met het legaliteitsbeginsel. In het Unierecht bestaat een algemeen rechtsbeginsel volgens welk justitiabelen zich niet door middel van misbruik en fraude kunnen beroepen op het Unierecht en daarvan is hier volgens het hof sprake. Verder is de navorderingsaanslag niet in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM opgelegd. Evenmin is artikel 63 VWEU geschonden; de vrijverkeersbepalingen zijn immers geen vrijbrief voor misbruik en fraude.