In 43 strafzaken op strafrolzittingen zijn, na enkelvoudige behandeling door één rechter, meervoudige uitspraken tot niet-ontvankelijkverklaring en enkele processen-verbaal opgesteld alsof er een behandeling en uitspraak van drie rechters aan waren voorafgegaan. De andere twee vermelde rechters hadden echter niet deelgenomen aan de zitting of de uitspraak en hadden de uitspraak niet ondertekend. Hun namen waren onder aan de uitspraak vermeld onder de toevoeging dat zij buiten staat waren om de uitspraak te ondertekenen. De twee rechters waren hier niet van op de hoogte. De uitspraak was – behalve door de griffier - alleen ondertekend door de rechter die de zaak had behandeld. Deze werkwijze is mogelijk in strijd met de wet en gaf een onjuiste voorstelling van zaken.
Er is voor dit handelen geen begrijpelijke uitleg van de rechter gekomen. Van persoonlijk gewin was bij de rechter geen sprake. Het is niet aannemelijk dat rechtzoekenden gedupeerd zijn door de toegepaste werkwijze.