Het hof komt tot het oordeel dat Zembla op geen enkel punt onrechtmatig heeft gehandeld. De persvrijheid weegt bij alle gedane uitlatingen zwaarder dan het recht op bescherming van de reputatie van de granulietproducent.
Het hof oordeelt dat er voldoende steun in de feiten is voor de uitlatingen dat granuliet volgens de toepasselijke regelgeving geen grond is, dat het certificaat volgens de regels niet past bij granuliet en dat het storten van granuliet in oppervlaktewater op langere termijn schadelijk zou kunnen zijn voor mens en milieu. Daarnaast is van belang dat de uitlatingen bijdragen aan een publiek debat over een zaak van algemeen belang en dat de pers een belangrijke maatschappelijke functie heeft, met name als publieke waakhond.
Zembla is niet aansprakelijk voor de uitlating van de deskundige waarin werd gesproken over strafbare feiten. Zembla trad daarbij enkel op als ‘boodschapper’. Zembla kan dan alleen aansprakelijk gesteld worden als daar bijzonder zwaarwegende redenen voor zijn. Die zijn er in dit geval niet. Bovendien is het hof van oordeel dat de uitlating van de deskundige ook op zichzelf niet onrechtmatig is.